Onduidelijkheid over positie Russen
Vanuit Georgië komen tegenstijdige berichten over de Russische troepen. Aanvankelijk meldde het ministerie van Binnenlandse Zaken dat Russische eenheden zich terugtrokken uit de stad Gori, maar later vanmorgen meldde het ministerie juist dat de Russen in Gori juist versterking kregen.
Daarnaast zouden Russische eenheden bezig zijn Poti weer binnen te trekken. In Poti bevindt zich een voor de economie van Georgië zeer belangrijke olieterminal.Rusland meldde donderdagmorgen meer westerse waarnemers in de afvallige Georgische regio Zuid-Ossetië te willen ontvangen. Dat heeft de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, donderdag gezegd.
„Ik twijfel er niet aan dat wij, naast de terugkeer van de OVSE-missie in de hoofdstad Tschinvali, extra waarnemers helemaal niet erg vinden”, aldus Lavrov.
De EU liet eerder weten bereid te zijn waarnemers te leveren om het fragiele staakt-het-vuren in Georgië te controleren. Dat spraken de EU-landen gisteren tijdens ingelast overleg in Brussel af. In eerste instantie is het de bedoeling dat het contingent waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Georgië wordt uitgebreid.
De ministers stemden in met uitbreiding van de rol van de EU in Georgië. Waarschijnlijk zal het gaan om een waarnemersmissie. De maatregel wordt zinvol geacht ter ondersteuning van het kwetsbare bestand tussen Rusland en Georgië, dat dinsdag formeel een einde maakte aan vijf dagen van oorlog voering.
De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner, zei na afloop van spoedberaad in Brussel dat de EU vastbesloten is „op te treden op de grond.” Hij zei bemoedigd te zijn door aanbiedingen van EU-lidstaten om aan een missie in Georgië deel te nemen. Kouchner, die namens roulerend EU-voorzitter Frankrijk het beraad voorzat, noemde het te vroeg voor details.
Rusland is ondertussen een onderzoek begonnen naar vermeende genocide door Georgische strijdkrachten in de afvallige regio Zuid-Ossetië. Volgens de Russische autoriteiten zijn bij het conflict in Georgië ongeveer 1600 Zuid-Osseten om het leven gekomen. De meesten van hen hebben de Russische nationaliteit. Eerder beschuldigde ook de leider van de separatisten, Eduard Kokoiti, Georgië van het plegen van volkerenmoord in Zuid-Ossetië.
Veel vluchtelingen die de gevechten tussen Russische en Georgische troepen zijn ontvlucht, waren vandaag nog te bang om terug te keren, ondanks het staakt-het-vuren.
„Het is onmogelijk om terug te gaan, mijn huis is er niet meer”, aldus een 70-jarige man uit Zuid-Ossetië. Hij vluchtte te voet naar Tbilisi, over een afstand van 90 kilometer. „Zelfs als de oorlog voorbij is, zullen de wreedheden doorgaan. De Russen die daar blijven, noemen zich vredesbewakers, maar in werkelijkheid zijn ze agressors.”
Volgens cijfers van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn 100.000 mensen het conflict ontvlucht.