Hulpverleners in Afghanistan gedood
Drie buitenlandse hulpverleners en hun Afghaanse chauffeur zijn woensdag in Afghanistan gedood door gewapende mannen die het vuur op hen openden. Dat heeft een provinciaal hoofd van de politie laten weten.
De vrouwen waren op weg naar de hoofdstad Kabul toen gewapende mannen in de auto voor hen begonnen te schieten. Het incident vond plaats in de buurt van Pul-i-Alam, in de oostelijke provincie Logar.De drie buitenlandse slachtoffers waren in het bezit van in totaal vijf paspoorten, uit Canada, Groot-Brittannië, Trinidad en Tobago en de Verenigde Staten. Ze werkten voor het International Rescue Committee (IRC), waarvan het hoofdkantoor in New York is gevestigd. De daders zijn op de vlucht geslagen.
De IRC zei woensdag nog bezig te zijn familieleden van de slachtoffers op de hoogte te brengen en pas later met een verklaring te zullen komen. De organisatie biedt volgens haar website noodhulp en nazorg aan burgers in conflictgebieden wereldwijd.
De doden zijn overgebracht naar een provinciaal ziekenhuis in Logar, dat bekendmaakte dat de lichamen talloze kogelwonden vertonen. Het IRC stuurde een konvooi naar het ziekenhuis om de lichamen, die door Afghaanse verpleegsters in witte doeken werden gewikkeld en in kisten gelegd, naar Kabul over te brengen. Abdurrahman Khan, een chauffeur van de IRC, laadde de kisten huilend op een vrachtwagen. „Zij hielpen het Afghaanse volk”, zei hij. „Zij droegen geen wapens.”
Het geweld in Afghanistan is op zijn hevigst sinds internationale troepen het talibanregime in 2001 omverwierpen. Daardoor hebben hulporganisaties hun activiteiten moeten inperken. Vorig jaar hebben de taliban bijna veertig Afghaanse en buitenlandse hulpverleners in het land vermoord. Dit jaar werden negentien Afghaanse werknemers van non-gouvernementele organisaties (ngo’s) om het leven gebracht.