Buitenland

EU kiest geen partij in oorlog Georgië

De EU laat de schuldvraag rond het geweld in Georgië even in het midden. „We gaan nu niet zeggen wie de goeden of de slechten zijn. We proberen alleen een einde te maken aan de oorlog”, aldus de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Kouchner.

A. A. C. de Rooij
14 August 2008 08:32Gewijzigd op 14 November 2020 06:13

Hij was woensdag in Brussel voor spoedberaad met zijn collega’s van de overige lidstaten. Zij moesten er hun vakantie voor onderbreken. Deze maand liggen de politieke werkzaamheden binnen de Unie stil, maar de crisis op de Kaukasus noopte tot een ingelaste bijeenkomst. „Een bloedig conflict aan de poort van Europa, dus mogen we niet afwezig blijven”, zoals Kouchner het verwoordde. Bij zijn land berust dit halfjaar het voorzitterschap van de EU.„Militaire acties zijn geen oplossing”, en „Absolute prioriteit is het stoppen van het lijden en een halt toeroepen aan de gevechten”, verklaren de bewindspersonen in een gezamenlijk communiqué. Kouchner voegde daar in een toelichting aan toe: „We zullen koppig volharden in de richting van vrede.” Hij gebruikte wel aanduidingen als „barbarij”, „gruwelijkheden” en „onaanvaardbare bombardementen”, maar zonder namen te noemen.

Frankrijk ging na het uitbreken van de vijandelijkheden snel tot handelen over. President Sarkozy en minister Kouchner reisden begin deze week naar Moskou en Tbilisi om een staakt-het-vuren te realiseren. Zij slaagden. De autoriteiten in die hoofdsteden betuigden hun instemming met een beknopt vredesplan.

Dat schrijft onder andere het beëindigen van de militaire operaties voor, het openen van besprekingen over de status van Zuid-Ossetië en Abchazië en het accepteren van humanitaire steun. Wat dit laatste betreft: de Europese Commissie trok 1 miljoen euro uit om te voorzien in de urgente behoeften van de getroffen bevolking. Dat bedrag wordt op termijn waarschijnlijk verhoogd tot 10 miljoen.

De ministers schaarden zich woensdag achter de intentie om waarnemers, toezichthouders of controleurs te sturen die moeten letten op de naleving van het akkoord. De precieze invulling van zo’n missie zal nog veel vergaderingen vergen. Belangrijk daarbij is dat het door de strijdende partijen aanvaarde document spoedig een volkenrechtelijke verankering krijgt in een resolutie van de VN-Veiligheidsraad.

De EU kiest geen partij. „We vellen geen moreel oordeel”, beklemtoonde Kouchner. Dat zou de beoogde rol als vredesstichter ondermijnen. Maar hierbij speelt mogelijk ook mee dat zich verschillen van opvatting aftekenen als het gaat om de benadering van Rusland.

De sinds 2004 toegetreden lidstaten uit het centrale en het oostelijke deel van het continent koesteren nog altijd wantrouwen tegen die natie. De herinneringen aan de onderdrukking in de periode van de Koude Oorlog leven volop bij hen voort. Zij zien in het recente offensief van het Russsische leger een aansporing om voortdurend alert te zijn. Als aanvoerder van dit kamp fungeert Polen, dat in de afgelopen jaren het begin van onderhandelingen over een nieuw samenwerkingsverdrag tussen de Unie en de grote buur langdurig blokkeerde.

Het was woensdag trouwens de Britse minister Miliband die het eind mei dan toch gestarte overleg ter discussie stelde. Voortzetting ervan is voor hem na het „agressieve” optreden van de Russen niet vanzelfsprekend. Hij wil begin september in EU-verband hierover praten. De betrekkingen tussen Groot-Brittannië en Rusland zijn sinds 2006 bekoeld onder invloed van de moord in Londen op de kritische ex-KGB-agent Litvinenko.

De Poolse president Kaczynski illustreerde zijn houding door dinsdag met zijn ambtgenoten uit de Baltische staten en Oekraïne, allemaal vroegere Sovjetrepublieken, naar de Georgische hoofdstad Tbilisi te reizen. Zij boden met die geste hun collega Saakasjvili een steun in de rug bij diens confrontatie met de leiders in het Kremlin.

Andere EU-partners slaan een meer gematigde toon aan. Zij zijn niet uit op ruzie of verslechtering van de relatie met Rusland. Zij hebben die belangrijke energieleverancier nodig om hun toekomstige aanvoer van olie en gas te waarborgen. Dat geldt bijvoorbeeld voor Duitsland. De Italiaanse regeringschef Berlusconi op zijn beurt wenst goede maatjes te blijven met Poetin.

Staatssecretaris Timmermans van Buitenlandse Zaken, die namens Nederland in Brussel aanwezig was, sloot zich aan bij de strategie om niet met de beschuldigende vinger naar één kant te wijzen. „Als je dat nu zou doen, bereik je niets voor de slachtoffers”, luidde zijn redenering. Hij bestempelde het geweld als „buitenproportioneel”, maar daarmee bedoelde hij zowel de Russische als de Georgische aanpak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer