Binnenland

„Dit bestaan verwoest mijn ziel”

Prostitutie zou een vrijwillige keuze zijn. „Maar ik kom die vrouwen niet tegen”, zegt Marjonne de Groot van de interkerkelijke stichting De Haven in Den Haag. Ze is een warm pleitbezorger van programma’s die het prostituees mogelijk maken met hun oude bestaan te breken. De Haagse hulpverlener vindt SGP’er Van der Staaij aan haar zijde. Hij kaart de kwestie volgende week aan in de Tweede Kamer.

Jan van Klinken
1 November 2002 18:32Gewijzigd op 13 November 2020 23:55

„Ik bid God iedere dag om vergeving, maar ik weet dat ik morgen weer met mijn zondige leven verder ga.” Een ander: „Dit bestaan verwoest mijn ziel.” Een derde: „Kun je het aan me zien? Herkennen mensen mij als hoer?”

Het kost Marjonne de Groot van stichting De Haven weinig moeite uitspraken uit haar herinnering te putten van prostituees die zich diep schamen voor het leven dat ze leiden in de obscure straten van de Haagse rosse buurt. Ronduit beschamend vindt ze het dat onder politici en beleidsmakers wordt gedacht dat vrouwen uit vrije wil voor het beroep van prostituee kiezen. „De praktijk is heel anders. De meesten zouden er vandaag nog mee stoppen als er reële mogelijkheden waren om een normaal bestaan op te bouwen.”

Het opzetten van uittredingstrajecten is niet eenvoudig. „Veel prostituees komen uit het buitenland en moeten de taal leren. Denk verder aan huisvesting en het inkomen. Ook psychische hulp is nodig. De omstandigheden zijn soms mensonterend. Een deel van de prostituees verblijft dag en nacht in dezelfde ruimte. Officieel mag dat niet, maar de gemeente gedoogt die situatie. Het hele leven van die vrouwen speelt zich af in een kamertje van drie bij drie.”

Bidden
Stichting De Haven is een interkerkelijke organisatie waarin christelijke gereformeerde, Nederlands gereformeerde en Nederlandse hervormde kerken uit Den Haag en omgeving samenwerken. Doel is hulp te bieden aan mensen in de prostitutie. Sinds vier jaar beschikt De Haven over een eigen centrum in de rosse buurt.

Marjonne de Groot werkte zes jaar als vrijwilliger bij De Haven, sinds januari is ze betaalde kracht. Talloze gesprekken heeft ze met prostituees gevoerd, ook over het geloof. Veel prostituees zijn afkomstig uit Zuid-Amerika en Afrika en hebben een rooms-katholieke achtergrond. „We lezen vaak uit de Psalmen en bidden met hen.”

Bij velen is de schaamte over hun beroep groot. „Het is echt niet nodig om deze vrouwen te vertellen dat ze zich met praktijken bezighouden die tegen Gods wil ingaan. Dat weten ze zelf ook wel. Ze zijn vooral vanwege armoede naar ons land gekomen. Wat zij nodig hebben, is hulp bij het zoeken van een weg om uit dit wereldje te komen. Op dat gebied gebeurt er maar heel weinig in Nederland.”

Ze zou het vrij logisch vinden als de overheid uitstapprogramma’s financieel mogelijk zou maken. „Sinds het bordeelverbod is opgeheven, staat werken als prostituee te boek als een normaal beroep. Dat zal het volgens mij nooit worden, maar een meerderheid in het parlement denkt daar kennelijk zo over. In het verlengde daarvan ligt dat vrouwen die van beroep willen veranderen, daar hulp bij zouden moeten krijgen.”

Illegaal
Dat de voorstanders van het huidige prostitutiebeleid menen dat veel vrouwen uit eigener beweging voor dit bestaan kiezen, vindt Marjonne de Groot typerend voor de afstand die er is tussen beleidsmakers en de praktijk. Al net zo naïef vindt ze de veronderstelling dat de overheid door het bordeelverbod op te heffen de problemen zou oplossen. „Het criminele circuit rond de prostitutie bijvoorbeeld is nog steeds volop aanwezig, ook in de legale sector.”

„Sinds het bordeelverbod is opgeheven, zijn we een hele hoop vrouwen uit West-Afrika kwijt. Je moet vrezen dat die de illegaliteit zijn ingegaan en de wijk hebben genomen naar de tippelzone of werken in illegale achterkamertjes of via 06-nummers.”

De overheid heeft daar geen zicht op omdat de politie onvoldoende tijd en middelen heeft voor effectieve controles, zo bleek uit een onderzoek van het justitieel onderzoeksinstituut WODC. Dat bevestigt dat het illegale circuit sinds de opheffing van het bordeelverbod ongebreideld toeneemt. Maar exacte cijfers en andere gegevens ontbreken.

Dat heeft De Groot verbaasd. „Je vraagt je af met wie de onderzoekers precies gesproken hebben. Ik neem sinds kort deel aan het Platform Prostitutie in Den Haag waarin veel instanties vertegenwoordigd zijn. Niemand bleek door het WODC benaderd te zijn, terwijl Den Haag toch de grootste prostitutiestad van ons land is.”

Verloren jaar
Ter voorbereiding op het kamerdebat over het prostitutiebeleid bracht SGP-politicus Kees van der Staaij kortgeleden een bezoek aan stichting De Haven. Over enkele maanden zal de Kamer zich uitspreken over het eerdergenoemde WODC-rapport. Toch wil de SGP’er zo lang niet wachten met het aan de orde stellen van de problemen waar hij bij De Haven tegenop liep.

Hij stelt voorop dat hij diep onder de indruk is van het werk van deze interkerkelijke organisatie. „Wat me ook opviel, was dat je van mensen uit de praktijk heel andere verhalen hoort dan van officiële zijde. Dat veel prostituees helemaal niet vrijwillig voor dat bestaan hebben gekozen, zou de politiek toch te denken moeten geven.”

Volgende week al wil hij tijdens de behandeling van de justitiebegroting aandacht vragen voor de actuele situatie. Als het aan hem ligt, krijgt het aanpakken van de illegale prostitutiesector een hoge plaats op het prioriteitenlijstje van de politie. Dat daaraan een prijskaartje is verbonden, mag geen excuus zijn. „We praten over ernstige criminele praktijken zoals mensenhandel en gedwongen prostitutie. Het opsporen en bestrijden daarvan mag niet vastzitten op geld.”

Dat hij niet wil wachten totdat het debat over het WODC-rapport heeft alles te maken met het tijdig beschikbaar stellen van financiële middelen. „Dat zou nu bij de behandeling van de begroting voor volgend jaar moeten gebeuren. Anders is 2003 een verloren jaar.” Daarbij tekent hij aan dat de SGP principieel voorstander blijft van een bordeelverbod. „Maar in de gegeven omstandigheden moeten we ook bezien hoe het kwaad op andere wijze kan worden tegengegaan.”

Hartverscheurend
Van der Staaij wil volgende week tevens voorstellen dat de overheid uitstapprogramma’s mogelijk maakt. „Als je vindt dat vrouwen die met hun bestaan als prostituee willen breken ook kunnen breken, dan zul je moeten helpen bij het opzetten van faciliteiten. In een gemeente als Den Haag blijken die totaal te ontbreken.”

Hij vervolgt: „Het is toch eigenlijk hartverscheurend wat in er ons land op grote schaal plaatsheeft. Het is een mythe dat vrouwen zelf voor zo’n bestaan kiezen. Ze zitten gevangen in hun situatie. Ik zou het kwalijk vinden als de politiek daar de ogen voor zou sluiten.”

Justitie zal zeggen: Uitstapprogramma’s vallen onder het ministerie van VWS.
„Wellicht. Maar het gevaar is dat VWS zegt: „Hulpverlening is een zaak van het lokaal bestuur”, en dat uiteindelijk niemand thuis geeft. Iedereen vindt het belangrijk dat het gebeurt, maar de ander bij de overheid zou het moeten betalen. Daar zou ik graag doorheen willen breken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer