„Rebellen moeten weg uit dorpen”
De regering van de Filipijnen heeft donderdag het Islamitisch Bevrijdingsfront Moro (MILF) 24 uur de tijd gegeven om tientallen zuidelijke dorpen te ontruimen, zodat ongeveer 6500 verdreven christenen kunnen terugkeren.
Als het MILF geen gehoor geeft aan het ultimatum, worden passende maatregelen genomen, zei minister Ronaldo Puno van Binnenlandse Zaken.De regering ontkende dat sprake is van een oorlogsverklaring. Ze riep de guerrillastrijders op het uit 2003 daterende staakt-het-vuren te respecteren en door te gaan met het vredesproces. Maar ze maakte ook duidelijk dat de bezetting van dorpen in de overwegend christelijke provincie North Cotabato niet wordt geaccepteerd.
De problemen steken op een gevoelig moment de kop op. De regering en het MILF zouden dinsdag een voorlopig akkoord ondertekenen, waarbij de autonome moslimregio in het zuiden van de Filipijnen zou worden uitgebreid met zo’n 700 dorpen. Het hooggerechtshof stak hier evenwel maandag een stokje voor, nadat christelijke politici dat hadden geëist.
Puno zei dat de rebellen, die zich grotendeels hebben gehouden aan het uit 2003 daterende bestand, vorige maand tot bezetting van tientallen dorpen in vijf districten waren overgegaan. Bij de operatie zouden ongeveer 800 van de naar schatting 11.000 MILF-strijders betrokken zijn. Er werden huizen in brand gestoken en er vonden plunderingen plaats. Ook werd vee geroofd. De minister waarschuwde dat christenen zich aan het bewapenen zijn en dat het geweld dreigt te escaleren.
Het MILF ontkent dat sprake is van een inval. Er valt volgens de organisatie niets te ontruimen. Leger en politie moeten rekenen op verzet als zij in het gebied in actie komen, aldus een woordvoerder.