Strijd tegen aids mist vooral geld
Ontwikkelingslanden hebben veel geld nodig in de strijd tegen ziekten als aids, maar de internationale hulp voldoet niet volledig aan hun noden.
Zo vroegen Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen tijdens de achtste aanvragenronde die op 1 juli afliep bij het Wereld Aids Fonds om 390 miljoen euro voor de strijd tegen aids, tuberculose en malaria. Dat is driemaal meer dan de aanvraag in 2007, schrijft het fonds in een persbericht. Naar alle waarschijnlijkheid zal het niet de volledige som kunnen overmaken.Tussen 2002 (toen het Wereldfonds werd opgericht) en 2008 hebben Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen in totaal om 3,9 miljard euro gevraagd. Daarvan kregen ze 560 miljoen uitgekeerd.
„We geloven dat het fonds naar de stem van ngo’s en arme landen zal luisteren”, verklaarde Gracia Ross, een non-gouvernementele vertegenwoordiger voor Latijns-Amerika bij het Comité van het Wereldfonds. In de raad van bestuur van het Fonds zetelen dertig vertegenwoordigers van ngo’s.
Tijdens de achtste ronde dienden 97 landen aanvragen in ter waarde van 4 miljard euro voor de strijd tegen de drie ziekten. De negende ronde werd aangekondigd voor oktober.
Bijna de helft van het fonds is bestemd voor de bestrijding van aids, 30 procent gaat naar malaria en het overschot is voor tuberculose. Afrikaanse landen vroegen het grootste deel van de fondsen aan, ongeveer 2,7 miljard euro.
Het Wereld Aids Fonds werd in het leven geroepen op verzoek van de rijkste industrielandenlanden ter wereld plus Rusland (de G-8) en een groep Afrikaanse naties. Tot op heden keurde het schenkingen voor een totaal van 7,4 miljard euro goed, gespreid over 550 programma’s in 136 landen, om een krachtige aanpak van aids, tuberculose en malaria te ondersteunen. Het fonds financiert momenteel wereldwijd een vierde van de strijd tegen aids, twee derde van de strijd tegen tuberculose en driekwart van die tegen malaria.
Die hulp alleen volstaat echter niet om in ontwikkelingslanden de aidsepidemie een halt toe te roepen. De landen hebben daarom samen met tal van organisaties de geïndustrialiseerde landen opgeroepen meer geld te pompen in gezondheidszorg, in het bijzonder voor de strijd tegen ziekten als aids.
De VN-organisatie Unaids schat dat de ontwikkelingslanden 27,4 miljard euro aan fondsen nodig zullen hebben om de doelstelling te halen dat alle aidspatiënten toegang hebben tot antiretrovirale behandeling.
Toch ging er in 2007 al 6,5 miljard euro aan internationale hulp naar de bestrijding van aids. De manier waarop dit geld gebruikt wordt, staat echter ter discussie. Het tijdschrift Science beweert in zijn nieuwste nummer dat een groot deel van de schenkingen slechts naar enkele landen ging, waar de nood niet per se het hoogst was.
Bovendien blijft het aantal behoeftige personen voor antiretrovirale behandeling stijgen, ondanks de geldstromen voor hulp. Dat toont aan dat de behandeling een succes is, maar ook dat preventie faalt. Dit alles doet vermoeden dat de middelen niet zullen volstaan voor de toekomstige vraag, schrijft Science.
Een onderzoek in Rwanda naar de financieringsmodellen voor de zorg van aidspatiënten, dat dinsdag werd voorgesteld op de 17e internationale aidsconferentie in de Mexicaanse hoofdstad, benadrukt de noodzaak om rekening te houden met gezondheidsplannen op nationaal niveau.
In Rwanda bijvoorbeeld heeft 23 procent van de bevolking aids. De kostprijs varieert van 700 miljoen euro (78 euro per patiënt) volgens een model van Unaids, tot 130 miljoen euro (14 euro per patiënt) volgens een nationaal actieplan. Het grootste verschil schuilt in het feit dat de eerste beraming ook diensten voor weeskinderen en kinderen met een hoge risicofactor, net als met hiv besmette mensen, omvat.