Het ministerie plaatst tegelijkertijd vraagtekens bij de onpartijdigheid van de Rwandese onderzoekscommissie die dinsdag met haar rapport kwam.„Er worden in dit rapport onacceptabele beschuldigingen tegen Franse politieke en militaire leiders geuit”, zei ministerieel woordvoerder Romain Nadal. Hij voegde hieraan toe dat dit, gezien de titel van de door de regering benoemde commissie, „geen verrassing” is. De commissie kreeg van de Rwandese minister van Justitie, Tharcisse Karugarama, de in haar naam vervatte, officiële opdracht mee bewijzen te verzamelen „voor de betrokkenheid van de Franse staat bij de in 1994 in Rwanda gepleegde genocide.”

De namen van Mitterrand en voormalige premier De Villepin staan op een lijst met tientallen Fransen die „politieke, militaire, diplomatieke en logistieke steun” aan de daders van de massamoord zouden hebben verleend. De Villepin was destijds een naaste medewerker van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Alain Juppé. De lijst is als bijlage aan het rapport toegevoegd.

In de periode april tot juli 1994 werden in totaal zo’n 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord. De meeste moorden waren het werk van extremistische Hutu’s, maar in het rapport wordt ook gezegd dat Franse militairen rechtstreeks betrokken waren bij het bloedbad.

Karugarama zei dinsdag dat zijn land geen onmiddellijke plannen heeft voor een aanklacht. Hij sloot evenwel niet uit dat het rapport kan dienen als basis voor „potentiële beschuldigingen tegen individuen of de staat.”

Een Franse parlementaire onderzoekscommissie sprak in 1998 Frankrijk vrij van iedere verantwoordelijkheid voor de moordpartijen. De commissie wees er echter tevens op dat verschillende Franse regeringen in de periode 1990 tot 1994 diplomatieke en militaire steun gaven aan het Huturegime dat toen in Rwanda aan de macht was.