Joegoslavische militair getuigt over bewapening Serviërs
Een voormalig lid van de geheime dienst van de luchtmacht van Joegoslavië heeft donderdag gezegd dat collega’s en leden van de strijdkrachten of veiligheidsdiensten Servische burgers bewapenden tegen andere etnische groepen in de federatie. Hij zei dat voor het Joegoslavië-Tribunaal in het proces tegen ex-president Milosevic.
De 46-jarige moslim Mustafa Candic vertelde de rechters dat hij na zijn ontdekking in 1992 verbitterd de Joegoslavische strijdkrachten verliet en daarmee zijn tot dan toe succesvolle loopbaan van vijftien jaar.
Tussen 1989 en zijn ontslag zag Candic naar eigen zeggen hoe de Joegoslavische dienst waar hij voor werkte, een afdeling van de contra-spionage, werd ondermijnd door onder meer de aparte Servische veiligheidsdienst en de politiek van Belgrado. Die politiek was er volgens hem kennelijk opgericht de federatie op te doeken en een puur Servische staat in het leven te roepen.
Candic, gestationeerd in noordoostelijk Bosnië, verhaalde van officieren die duizenden wapens uit legeropslagplaatsen haalden om aan Servische burgers, milities en strijdgroepen te geven. De militairen deden dat goed georganiseerd in operaties die Operatie Doorbraak heetten. Bij Servische collega’s bemerkte hij dat ze de rol van het federale leger vaak te neutraal vonden en daarom radicale groepen steunden.
Toen Candic uit vertrouwelijke bron te weten kwam dat Servische leiders in noordelijk Bosnië plannen maakten voor een etnische herverdeling van die deelrepubliek door met groepen Serviërs en moslims te schuiven, rapporteerde hij dat verontrust aan zijn superieuren. Die bleken ongeïnteresseerd en zeiden de kwestie te laten rusten, zei Candic. Dat was voor hem de druppel die de emmer deed overlopen. Hij verliet de strijdkrachen van de uiteenvallende staat. Candic gaat vrijdag verder met zijn getuigenis.