Joesjtsjenko beschuldigt ex-medewerker
De Oekraïnse president Viktor Joesjtsjenko heeft gisteren gezegd te geloven dat een voormalig medewerker en vriend, David Zjvania, betrokken is geweest bij de dioxinevergiftiging die hem in 2004 bijna het leven kostte.
Zjvania werd woensdag door het OM gehoord, maar weigerde te getuigen. Het OM liet daarna weten dat na vier jaar onderzoek nog geen verdachten in beeld zijn. Joesjtsjenko antwoordde echter op een persconferentie op de vraag of hij dacht dat Zjvania iets te maken had met de vergiftiging: „Ik denk van wel, om het mild uit te drukken.”Joesjtsjenko en Zjvania werkten in het verleden nauw samen en Zjvania is de peetoom van een van Joesjtsjenko’s kinderen. Joesjtsjenko werd in de verkiezingscampagne van 2004 plotseling zwaar ziek, nadat hij had gedineerd met Zjvania en twee leden van een veiligheidsdienst. Medisch onderzoek bracht aan het licht dat sprake was van een dioxinevergiftiging die gepaard ging met een huidziekte.
Zjvania wekte onlangs de woede van Joesjtsjenko door te verklaren dat hij alleen maar was getroffen door een voedselvergiftiging. Joesjtsjenko zou de publiciteit rond het incident hebben gebruikt voor zijn campagne.
Het bureau van de president probeerde Zjvania, die van Georgische afkomst is, onlangs zijn Oekraense staatsburgerschap af te nemen. Zjvania’s partij noemde die pogingen donderdag onwettig en kondigde stappen aan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.