„Wapenlevering Suriname geen link met aanslagen”
Het onderzoek naar de vermeende betrokkenheid van een 37-jarige Nederlander bij de illegale smokkel van vuurwapens naar de Surinaamse hoofdstad Paramaribo heeft geen link opgeleverd met voorgenomen aanslagen in het Zuid-Amerikaanse land.
Dat benadrukt zijn advocaat Gerald Roethof. Zijn cliënt werd gearresteerd vanwege zijn vermeende betrokkenheid bij de levering van acht geweren. De politie in Suriname vond die op 29 november vorig jaar. Dat was vlak voor het begin van het proces tegen de verdachten van de Decembermoorden. De rechtszaak begon na 25 jaar in november 2007.Desi Bouterse en zijn medeverdachten staan terecht voor de moorden in december 1982 op vijftien politieke tegenstanders van het toenmalige militaire regime. De slachtoffers werden volgens de Surinaamse justitie doodgeschoten in Fort Zeelandia, destijds het hoofdkwartier van Bouterse. Volgens verklaringen werden de vijftien voor hun executie eerst aan de legerleider voorgeleid.
De Surinaamse minister van Justitie en Politie, Chan Santokhi, zei één dag voor de wapenvondst dat Bouterse vanwege het proces aanslagen in Suriname had voorbereid. Bouterse zou een „grootschalige destabilisatie” willen. Daarbij krijgt hij hulp van internationaal georiënteerde criminele organisaties, aldus Santokhi. In december vorig jaar vertelde de minister dat onder meer de Colombiaanse FARC en criminelen uit Afrika hierbij betrokken zouden zijn.
Volgens Santokhi klagen de internationaal georganiseerde bendes dat ze hun illegale activiteiten nauwelijks meer in Suriname kunnen ontplooien, nu de huidige regering er zit. Dat is hun motivatie om bij te dragen aan de destabilisering van Suriname, om zo val van de regering voor elkaar te krijgen.
In het onderzoek naar de cliënt van Roethof is hier in ieder geval niets van gebleken, benadrukt de advocaat. De 37-jarige Nederlander ontkent overigens ook maar iets van doen te hebben met de wapenleverantie waarbij hij volgens het openbaar ministerie is betrokken. „Op de afgeluisterde gesprekken staat niets waaruit blijkt dat mijn cliënt een wapenhandelaar is”, weet Roethof.
Wel ligt er een verklaring van een andere Nederlander die inmiddels in Suriname is veroordeeld. „Die heeft een veelgebruikte bijnaam genoemd in combinatie met een telefoonnummer. Zo is de politie op zijn spoor gekomen, bevestigt de advocaat. „Frappant is dat deze getuige toen hij een foto van mijn cliënt zag, zei dat die persoon niet degene is die hij bedoelde.”
Ook heeft een Amerikaanse getuige nog een belastende verklaring afgelegd. Roethof: „Die heeft eerst de naam van een ander genoemd. In zijn tweede verklaring noemde hij opeens meneer M. Maar in die verklaring zitten beweringen die je met objectieve feiten kunt weerleggen.”