De omzet bij Deloitte & Touche, dat een boekjaar van 1 juni tot 31 mei heeft, groeide autonoom met 8,6 procent tot 602 miljoen euro. Daarin is nog niet meegenomen de gedeeltelijke overname van accountantsmaatschappij Arthur Andersen, het bedrijf dat ten onder ging door de Enron-affaire. Met deze overname wordt Deloitte & Touche het grootste accountantskantoor van Nederland.

Ook de winst steeg sterk met een toename van 26 procent naar 63 miljoen euro. „Daar zijn we dan ook zeer tevreden over, gezien de moeilijke economische omstandigheden op dit moment”, zei bestuursvoorzitter W. Biewinga.

De directie besteedde dinsdag uitgebreid aandacht aan de vraag hoe het geschonden vertrouwen in de accountancy weer hersteld kan worden. Volgens directeur accountancy R. Dassen is de beroepsgroep eraan toe dat er een externe toezichthouder komt. „Geen papieren tijger. De arbeidsomstandigheden, de beloning en de kwaliteit van het werk bij dat orgaan zullen zo goed moeten zijn, dat er ook top-accountants zijn die het een uitdaging vinden om dat werk te doen. De praktijk van de Amerikaanse toezichthouder SEC bewijst dat dat kan.”

Dassen vindt verder dat de raad van commissarissen beter toezicht moet gaan houden bij bedrijven. Zo moeten de toezichthouders uitdrukkelijk degenen zijn die de externe accountant aanstellen en betalen. „Formeel is de benoeming van een accountant al een zaak van de commissarissen, maar dat is nu vaak nog een formaliteit”, aldus Dassen. „Commissarissen zullen veel meer betrokken moeten zijn -samen met de raad van bestuur- bij de totstandkoming van de jaarrekening.”

De boekencontroleurs kwamen het afgelopen jaar zwaar onder vuur te liggen vanwege de boekhoudschandalen in Amerika en onder andere de bouwfraude in eigen land. Getwijfeld wordt aan de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de accountant.

Dit heeft ertoe geleid dat de accountantsorganisaties NIVRA en NOvAA al besloten tot nieuwe regels die per 1 januari 2003 ingaan. De hoofdzaak daarvan is dat een accountant maximaal zeven jaar lang de boeken van een klant mag controleren. Daarna moet hij dit overdragen aan een collega. Ook moet er een scheiding komen tussen de controlerende taak en het aanbieden van consultantsdiensten.