Dreigementen Khartoem na aanklacht ICC
Sudan heeft maandag de genocideaanklacht tegen president Omar al-Bashir wegens misdaden in Darfur van de hand gewezen. De Sudanese ambassadeur bij de Verenigde Naties kondigde stappen aan bij de VN-Veiligheidsraad.
Een vooraanstaand politicus zei dat de veiligheid van VN-personeel in het gebied niet meer te garanderen valt. Mensenrechtenorganisaties zeiden bezorgd te zijn over de gevolgen voor de vluchtelingen in Darfur.VN-ambassadeur Abdalmahmood Abdalhaleem Mohamed zei in een interview met Associated Press dat Al-Bashir alle mogelijkheden overweegt, waaronder een militaire reactie. Hij zei ook dat Al-Bashir waarschijnlijk in september de Algemene Vergadering van de VN zal bezoeken. Sudan zal iedere poging tot arrestatie als een oorlogsverklaring opvatten, aldus Mohamed.
Plaatsvervangend parlementsvoorzitter Mohammed al-Hassan al-Ameen zei eerder voor de Sudanese staatstelevisie dat Sudan niet langer in staat is „de veiligheid van enig individu” te garanderen. „De Verenigde Naties vroegen ons de veiligheid van hun personeel te waarborgen, maar hoe kunnen wij hun veiligheid garanderen wanneer zij ons staatshoofd willen arresteren?” zei Al-Ameen.
Het Internationaal Strafhof dat gisteren een genocideaanklacht tegen Al-Bashir indiende, onderhoudt geen formele banden met de VN. De Veiligheidsraad was echter wel de instantie die de zaak Darfur naar het hof verwees.
De VN benadrukte de onafhankelijkheid van het hof en zei dat VN-hulpverleners hun arbeid in Sudan moeten kunnen voortzetten. De VN wees er ook op dat Sudan verplicht is de veiligheid van VN-personeel en -bezittingen te waarborgen.
De aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag stelde Al-Bashir gisteren in staat van beschuldiging wegens genocide. Al-Bashir zou onder meer het brein zijn achter pogingen om zwarte stammen in de regio Darfur uit te roeien door middel van moord, verkrachting en deportatie.
Aanklager Luis Moreno-Ocampo verzocht een college van drie rechters van het ICC een arrestatiebevel tegen Al-Bashir uit te vaardigen om de geleidelijke dood te voorkomen van nog eens 2,5 miljoen mensen die in Darfur nog altijd het doelwit zijn van de door de Sudanese regering gesteunde Janjaweedmilities. De genocide duurt voort, maar moet worden gestopt, zei Moreno-Ocampo.
„Genocide is een doelbewuste misdaad; we hoeven niet te wachten tot die 2,5 miljoen sterven”, zei Moreno-Ocampo. Hij voegde hieraan toe dat zowel zeventigjarige vrouwen als zesjarige meisjes worden verkracht. Er is sprake van „massale verkrachting, groepsverkrachting, verkrachting voor de ogen van ouders”, aldus de aanklager.
Moreno-Ocampo zei zich niet te laten afschrikken door bezorgdheid dat de aanklacht tegen Al-Bashir het leed van de vluchtelingen uit Darfur kan verergeren. Ook de overweging dat Sudan zijn deuren kan sluiten voor buitenlandse hulpverleners en vredestroepen, heeft hem niet van zijn voornemen afgebracht.
Al-Bashir is uit op de vernietiging van het Fur-, het Masalit- en het Zaghawavolk, zei Moreno-Ocampo. „Ik kan me niet permitteren om de andere kant op te kijken, ik heb bewijzen. Zijn (Al-Bashirs, red.) motieven waren grotendeels politiek, zijn alibi was de onderdrukking van een opstand, zijn intentie was genocide.”
Moreno-Ocampo zei dat het doelwit van de Janjaweed ongeveer 2,5 miljoen vluchtelingen zijn die in 2004 door de regeringstroepen en de Janjaweed van huis en haard werden verdreven en sindsdien in kampen verblijven. Hij trok een vergelijking met de gaskamers van de nazi’s en zei dat Al-Bashirs troepen die niet nodig hebben, „omdat de woestijn ze zal doden.”