Libanese kabinet-Saniora wacht loodzware taak
Een kabinet voor alle Libanezen dat de verschillen tussen de rivaliserende partijen moet overwinnen. Met deze woorden omschreef premier Fuad Saniora de missie van het langverwachte Libanese kabinet van nationale eenheid. De regering, die vrijdag door president Michel Suleiman werd geaccordeerd, staat voor een nagenoeg onmogelijke opgave. Al bijna twee jaar wordt er niet meer geregeerd in Beiroet, geweldsuitbarstingen op straat zijn troef geworden en de lijst met onopgeloste zaken is ellenlang. Kortom: het is tijd om orde op zaken te stellen.
Het voelt als lang geleden dat Suleiman, na een politieke impasse van achttien maanden, werd verkozen tot president van Libanon. Na bemiddeling in de Qataarse stad Doha in mei werd afgesproken dat na de presidentsverkiezing alle partijen in een kabinet van nationale eenheid zouden plaatsnemen. De Libanezen waren kort optimistisch, maar na bijna zes weken van geruzie tijdens de formatie was hier weinig meer van over. In dat opzicht is het vrijdag gevormde kabinet een zegen.Saniora onderstreepte in zijn eerste toespraak dat de problemen in het land niet van de een op andere dag kunnen worden opgelost. Zijn kabinet wil het vertrouwen van het volk in de straat terugwinnen en de verschillen tegengaan door middel van de dialoog in plaats van door op straat de wapens op te nemen. Tijdens het weekend stroomden de felicitaties vanuit de hele wereld binnen.
Vorige week was het in de noordelijke havenstad Tripoli net als vorige maand onrustig. In drie dagen tijd vielen vier doden en tientallen gewonden. Woedende aanhangers van de prowesterse coalitie -een coalitie van christenen, soennieten en druzen- waarvan Saniora onderdeel is, raakten slaags met aanhangers van de pro-Syrische oppositie, die is opgebouwd uit de sjiitische Hezbollah en Amal en een handjevol christelijke volgelingen van voormalig legergeneraal Michel Aoun.
Ook al staan de politieke ideeën loodrecht op elkaar, beide kampen dienen het tot de volgende parlementsverkiezingen medio volgend jaar met elkaar uit te houden. Het kabinet dat volgens het Libanese beginsel van machtsdeling bestaat uit een evenredige verdeling tussen christenen en moslims, bevat weinig grote verassingen. De coalitie van Saniora levert zestien van de dertig ministers, met als verassing Bahia Hariri, de zus van wijlen premier Rafik Hariri. Zij gaat het ministerie van Onderwijs leiden en is daarmee de eerste vrouwelijke minister uit de Libanese geschiedenis.
De door Hezbollah geleide oppositie heeft elf posten, en daarmee een vetorecht op elke kabinetsbeslissing. Suleiman, die als neutraal wordt gezien, heeft onder anderen de ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie aangewezen. De inauguratie van het kabinet staat voor woensdag gepland. Afgelopen weekend werd de eerste hand gelegd aan de kabinetsverklaring.
Saniora heeft in het komende jaar een aanzienlijke lijst af te werken. Zo dient hij haast te maken met de langverwachte dialoog over de wapens van Hezbollah en een nieuwe nationale defensiestrategie. VN-resolutie 1559 -uit 2004- roept op tot de ontwapening van alle milities in Libanon. Hezbollah heeft tijdens de top in Doha voorzichtig aangegeven dat het alleen over de toekomst van de wapens wil praten als er met het leger een gemeenschappelijke strategie wordt bepaald. Eerdere besprekingen over de wapens liepen in 2005 en 2006 op niets uit en luidden na de zomeroorlog in november van datzelfde jaar het begin in van de politieke crisis. Een meerderheid van de Libanezen wil dat Hezbollah de wapens inlevert.
De relatie met buurland Syrië dient eveneens binnen afzienbare tijd te worden herzien. Sinds de Syrische militairen zich in de zomer van 2005 na drie decennia terugtrokken, is de relatie bar slecht. Damascus heeft tot op heden geen diplomatieke banden met Beiroet. De Syrische president Bashar al-Assad heeft vorige maand wel aangegeven dat hij met de nieuwe regering van nationale eenheid zaken wil doen. Zo zou hij onder meer van plan zijn een ambassade te openen. Dit zal niet eenvoudig worden, want het blok van Saniora beschuldigt Damascus van rechtstreekse betrokkenheid bij de aanslag op Hariri en het smokkelen van wapen over de grens om het land te destabiliseren.
Er moeten snel afspraken worden gemaakt over de veiligheid in Palestijnse vluchtelingenkampen. Het Libanese leger heeft veel moeite met het bewaken van de orde in en rondom de kampen waar het feitelijk geen zeggenschap heeft. Vorig jaar mislukte een coup van Palestijnse en Syrische terroristen in het noorden van het land. In de maanden daarna vocht het leger een bloedige strijd in het kamp Nahr al-Bared, nabij Tripoli, uit. De strijd kostte 169 soldaten het leven. Nog wekelijks zijn er schietincidenten in en rondom de kampen. Vooral de situatie in het kamp Ain el Helweh, nabij Sidon is uiterst explosief.
Ook de in augustus 2006 aangenomen VN-resolutie 1701 dient nog steeds te worden uitgevoerd. Deze resolutie betekende het einde van de zomeroorlog met Israël en roept op tot een einde van de vijandigheden tussen beide landen, maar een echte wapenstilstand moet nog worden besproken. Momenteel bewaken ongeveer 15.000 Libanese militairen en duizenden blauwhelmen de grens. Hezbollah is niet meer actief in het grensgebied.
Veel Libanezen wachten met smart op het officiële startsein voor het Hariritribunaal. Vanwege de crisis heeft de staat nog niet officieel ingestemd met het tribunaal, dat naar alle waarschijnlijkheid in het oude AIVD-kantoor in Leidschendam wordt gehouden. Het tribunaal is de kern van het meningsverschil tussen de pro- en anti-Syrische facties.
Toch is het land van de ceder na alle gebeurtenissen van de afgelopen jaren klaar voor een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis. Nu er een nieuwe president is gekozen en een regering is gevormd is het tijd om het land te besturen en bovenstaande zaken op te lossen. President Suleiman heeft afgelopen weekend een positieve trend gezet door zijn ontmoeting met Assad in Parijs.
In de Franse hoofdstad vond gisteren een top tussen Europese en mediterrane leiders plaats. Assad en Suleiman spraken af volwassen diplomatieke betrekkingen met elkaar aan te gaan. Dat zou voor het eerst zijn sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1943. Een historische verklaring en broodnodig, want Libanon kan het zich niet langer veroorloven op deze voet verder te gaan. Het is tijd om orde op zaken te stellen.