De 30-jarige dader begon zijn dollemansrit bij een bouwplaats in een zijstraat van de Jaffastraat. Over een lengte van zeker 200 meter drukte hij auto’s in elkaar, ramde een bus en wierp een andere bus op zijn kant. Ooggetuigen meldden dat de dader probeerde hen omver te rijden.Het leek er aanvankelijk op dat een politieagente met een schot de dader had uitgeschakeld. Na enkele minuten echter vloog de zware shovel opnieuw op een auto af. Deze werd onder de zware wielen verpletterd. De inzittende, een 33-jarige vrouw, dochter van Nederlandse immigranten, kwam om het leven, maar een omstander kon haar baby net op tijd weghalen.

De twee andere doden zijn een 54-jarige vrouw en een 68-jarige man. Ambulances en politieauto’s uit de hele stad reden direct naar de plek des onheils. Tientallen mensen werden naar ziekenhuizen afgevoerd. De meesten hadden lichte verwondingen of shockverschijnselen.

De aanslag deed zich voor in het gedeelte van de Jaffastraat dat zich tussen het centrale busstation en de Machané Yehudamarkt in bevindt. In de buurt zijn studio’s van internationale televisiemaatschappijen gevestigd. Journalisten zagen kans het incident in een vroeg stadium te filmen, inclusief het moment waarop de politie de dader doodschiet.

De shovelchauffeur was een 30-jarige Palestijn uit de Oost-Jeruzalemse wijk Sur Bahir, getrouwd, en vader van twee kinderen. Hij was een bekende van de politie wegens criminaliteit en hij stond bekend als een drugsgebruiker. Hij had voor zover bekend geen contact met terreurgroepen. Volgens mensen die hem kennen was hij politiek niet actief.

Als inwoner van Oost-Jeruzalem had hij de status van Israëlische ingezetene, wat hem het recht gaf overal te werken en zich vrij in West-Jeruzalem en Israël te bewegen. De 200.000 Palestijnen in Oost-Jeruzalem hebben bovendien een Israëlische identiteitskaart en rechten op sociale voorzieningen.

Het is de tweede keer in drie maanden dat zich in Jeruzalem een terreuraanslag voordoet. In maart schoot een Palestijn uit Oost-Jeruzalem in een Thoraschool in het rond, waarbij acht mensen omkwamen.

Na de aanslag in de Thoraschool besloot de procureur-generaal de mogelijkheden te onderzoeken welke strafmaatregelen Israël kan nemen tegen bewoners uit Oost-Jeruzalem en hun families die betrokken zijn bij terreur. Premier Ehud Olmert heeft woensdag de ministers in zijn kabinet gevraagd te onderzoeken of het huis van de dader kan worden verwoest en of de sociale voorzieningen kunnen worden stopgezet.

Het is evenwel moeilijk de Palestijnse wijken van de stad af te sluiten, omdat dat de Israëlische claim van een herenigd Jeruzalem zou ondermijnen.

Van 2001 en 2004 deden zich in Jeruzalem zware zelfmoordaanslagen voor. De veiligheidssituatie in Jeruzalem en de rest van Israël is in de afgelopen jaren sterk verbeterd door de aanleg van de veiligheidsbarrière en de militaire acties tegen terreurnetwerken in Palestijnse steden. De aanslag van woensdag echter en die van drie maanden geleden maken duidelijk dat Israël kwetsbaar blijft.