Kerk & religie

„Hij heeft ons hier gebracht”

De kerk aan het Achterom in de binnenstad van Delft is nog helemaal intact. Een middenpad voert langs acht rijen banken, met aan weerszijden elk vier zitplaatsen. Op de preekstoel ligt de opengeslagen kanselbijbel, maar die wordt al jaren niet meer gebruikt. Er gaat ook geen predikant meer voor: de huisgemeente der Christelijke Gereformeerde Gemeenten in Nederland te Delft telt ’s zondags acht kerkgangers.

J. van Reenen
3 July 2008 10:02Gewijzigd op 14 November 2020 06:03
De kerk aan het Achterom in Delft is nog helemaal intact. Foto's RD, Henk Visscher
De kerk aan het Achterom in Delft is nog helemaal intact. Foto's RD, Henk Visscher

Een glazen deur aan het Achterom geeft toegang tot een steeg, waar het ruim veertig jaar geleden op zondag vol liep met kerkgangers. Toen preekte ds. G. J. van Minnen voor meer dan honderd mensen in de kerk die aan de linkerzijde van de steeg ligt. Het gebouw staat nu leeg. Volgens de plannen komt er studentenhuisvesting.De huidige kerkzaal -aan de rechterkant- dateert uit de jaren tachtig. Aanvankelijk kerkten daar zo’n veertig, vijftig mensen, maar het is er op zondag steeds stiller geworden. Nu, op een doordeweekse dag, is de helft van het totaalaantal kerkgangers aanwezig: C. Langstraat, voorzitter en preeklezer, G. Deijs, organist, koster Leo Langstraat en J. Kroon, oud-ouderling. Geen van hen woont in Delft. Ze komen uit de omgeving: Den Haag, De Lier, Schipluiden en Pijnacker.

„We hebben het hier goed naar ons zin, er is een sterke onderlinge band en de Heere wil het zegenen”, zegt Langstraat, die vertelt hoe God hem heeft stilgezet op zijn weg bij Hem vandaan. Deijs: „De Heere heeft ons hier gebracht.” Kroon: „In grote kerken met veel kerkgangers kennen de mensen elkaar niet eens en leeft men langs elkaar heen. Dat mag toch niet?”

Langstraat: „In het verleden is wel eens de vraag op me afgekomen of we als kleine huisgemeente wel moeten blijven samenkomen. Maar dat speelt nu niet meer. De Heere heeft het van me afgenomen. We moeten achter Hem aan gaan.”

De leden van de helemaal op zichzelf staande huisgemeente komen elke zondag samen in de kerk. Het psalmbord geeft de te zingen psalmen aan. De wet wordt gelezen, gebeden worden gedaan. Preeklezer Langstraat leest, staande achter de katheder, een preek, Meestal van zijn oom, A. W. Langstraat.

Hij laat het schrift zien waaruit hij zondag heeft gelezen. Het dateert uit de jaren vijftig, en de preken zijn handgeschreven. „Mijn oom heeft schriften vol preken gemaakt. Het zijn bevindelijke preken, waarin niet de onmacht, maar de onwil om zalig te worden voorop staat. In de preken komt ook de levensheiliging naar voren. We willen niet alleen op zondag christen zijn, maar alle dagen in de week.” Onlangs ging de (catechismus)preek over het heilig avondmaal. „We kunnen geen avondmaal houden, omdat we geen ambten hebben. Maar de Heere kan overkomen, zonder dat er avondmaal gehouden wordt. Dan hebben we avondmaal in ons hart. Wie weet of er toch nog eens in voorzien wordt.”

Op de verdieping van de kerk is een keurig onderhouden ruimte, waar vroeger zusterkring Dienende liefde en jongelingsvereniging Gideon vergaderden. Boeken uit die tijd liggen op de tafels uitgestald. „We willen die nu toch maar wegdoen”, zegt Langstraat.

Op de galerij staat een honderd jaar oud Mannborgorgel. Deijs gaat zitten en speelt met veel gevoel Psalm 84, de psalm van de mus die een huis vindt. Iedereen is er stil van.


Christelijke Gereformeerde Gemeenten

De christelijke gereformeerde gemeente te Delft werd op 27 mei 1954 gevormd door uitgetredenen uit de Christelijke Gereformeerde Kerken, omdat samensprekingen met synodaal gereformeerden en gereformeerden vrijgemaakt en de kwestie rond de (toen) nieuwe Bijbelvertaling veel onbehagen hadden veroorzaakt. In 1956 nam ds. J. G. van Minnen een beroep aan naar Delft. Hij was in Huizen uit de christelijke gereformeerde kerk gegaan en had het kerkverband van de Christelijke Gereformeerde Gemeenten in Nederland gevormd. Hiertoe hebben gemeenten behoord te Bussum, Delft, Drachten, Hoofddorp, Huizen, Vlaardingen, Twijzelerheide en Zwolle.

Na ds. Van Minnen, die twee keer in Delft stond, diende ds. G. Salomons de gemeente. Na diens overlijden in 1975 sprak ouderling A. W. Langstraat een stichtelijk woord en bediende hij de sacramenten. Toen de voorganger op 12 oktober 1993 overleed, was de gemeente zo klein geworden dat de ambten niet meer vervuld konden worden. De overgebleven leden wilden geen aansluiting zoeken bij een ander kerkverband en men besloot als huisgemeente, zonder ambten, verder te gaan.


Dit is het eerste deel in een serie over christelijke geloofsgemeenschappen in Nederland. Volgende week donderdag deel 2.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer