Slecht ziet hij eruit, Savas C. (31). Donkere wallen, vermoeide blik. De ellebogen op tafel, de vingertoppen tegen elkaar aan.Savas C., die als guerrilla tegen de Turkse autoriteiten streed, is een onberekenbare man. Daarom moet de pers in de statige Groesbeekzaal van de Arnhemse rechtbank op afstand gaan zitten. Daarom waken twee bewapende agenten van de parketpolitie over de breedgeschouderde Duitser, van Koerdisch-Turkse komaf.

Savas is een bekende van justitie. Opvallend misdrijf is het schieten op twee Duitse agenten tijdens een demonstratie in 1995. Hij kreeg daarvoor in Duitsland tien jaar cel opgelegd.

C. zelf geeft grif toe dat hij gevaarlijk kan zijn. „Als ik op regelmatige tijden mijn medicijnen inneem, dan ben ik een heel normaal mens en kan ik een zinvol gesprek over de politiek voeren. Maar als ik de medicijnen niet gebruik, ben ik totaal anders. Als je me dan loslaat op straat, is het binnen een paar uur een chaos.”

Chaos was het ook op 17 mei 2007 in een parkje nabij een winkelcentrum in Nijmegen. Daar hield C. zich op te midden van een groep andere drugsverslaafden. De verdachte kreeg het aan de stok met ene Yusuf, bij wie hij nog voor 10 euro in het krijt stond.

C. had net wat spullen gekocht: een fles whisky en een hakmes, „voor gebruik in de keuken.”

Omdat C. niet met de 10 euro over de brug kwam, eiste Yusuf afdoening in natura en wees hij op de plastic tas met onder meer de whisky.

C. weigerde echter zijn zojuist gekochte spullen af te staan, waarop Yusuf met een stok op het hoofd van C. ramde, waardoor de stok in tweeën brak.

Prangende vraag is wat er daarná is gebeurd. Diverse getuigen verklaarden bij de politie dat Savas het mes uit zijn tas haalde, er met hakkende bewegingen mee naar Yusuf zwaaide en achter hem aan rende. Yusuf vertelde de politie later dat hij dood had kunnen zijn als hij langzamer was geweest.

De Duits-Turkse verdachte zelf beweert dat het zo’n vaart niet liep. „Ik heb alleen mijn hand geheven en geroepen: Verdwijn, anders maak ik je dood.”

Even later draait de verdachte, na vragen van rechtbankvoorzitter mr. E. Smedema, toch weer bij. „Het kan van alles zijn”, knikt Savas, als hem voorgehouden wordt dat hij wel degelijk achter Yusuf is aangerend.

Van het „ordinaire incident” ging een „grote dreiging” voor de omgeving uit, benadrukt officier van justitie mr. M. van der Mark. „Op dat tijdstip liepen er ook ouders met kinderen te winkelen.”

De aanklaagster heeft zo haar twijfels over de bereidheid van Savas om een psychiatrische behandeling te ondergaan en zijn leven te beteren. „Verdachte gebruikt drugs en weet dat daardoor het tijdig gebruiken van medicijnen in gevaar kan komen.”

De officier van justitie vindt het in dit geval niet de taak van rechters om voor Savas een passende psychiatrische behandeling te zoeken. Ze eist dat de man negen maanden de cel ingaat, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Ook moet Savas in de optiek van de aanklaagster een maand cel die eerder voorwaardelijk is opgelegd, nu alsnog uitzitten. Twee weken later vonnist de rechter conform de eis.