Moet Eleos de Donald Duck uit de lectuurbakken weren? Moeten de hulpverleners van Eleos kerkelijke achtergrond en geloofsbeleving van cliënten betrekken bij de hulpverlening? In hoeverre moet de hulpverleningsinstantie openstaan voor cliënten zonder kerkelijke achtergrond? En is het toerusten van ambtsdragers een kerntaak van Eleos?Een projectgroep identiteit onder leiding van klinisch psycholoog P. Voorwinden dacht het afgelopen jaar binnen Eleos intensief over deze vragen na. De bestuurder die de identiteit op de agenda zette, drs. J. A. Knepper, nam gisteren afscheid. Op de dag van zijn vertrek besprak Eleos alle vragen waarover de projectgroep zich boog nog eens met een deel van het personeel en drie externe deskundigen, drs. P. J. Verhagen, prof. dr. A. Baars en prof. dr. R. Kuiper.

Het voordeel van een behandeltherapie waarin oog is voor de levensovertuiging van patiënten is nog nooit aangetoond, zo prikkelde theoloog en psychiater Verhagen Eleos. „Ik geloof wel dat die meerwaarde er is, maar meer dan dat ik daarvan overtuigd ben, kan ik niet zeggen. Ik zou u willen uitdagen dat eens gedegen te onderzoeken.”

De mate waarin een hulpverlener de religieuze achtergrond moet betrekken bij de behandeling verschilt volgens Verhagen per patiënt. „Het moet betekenis krijgen, anders is het non-informatie van hooguit demografisch belang.” Hij riep Eleos op voorzichtig te zijn met het geven van geestelijke sturing. „Dat is niet iets wat een hulpverlener er wel even bij doet. Het vraagt een zeer gedegen kennis van de pastorale psychologie.”

Met het ter discussie stellen van diepgewortelde dogmatische uitgangspunten moeten hulpverleners terughoudend zijn, zo hield prof. dr. Baars Eleos voor. „De hulpverlener moet niet het theologisch tegenover willen zijn van de kerk.”

Een hulpverlener ziet wel wat het vooropstellen van de verkiezing in de prediking kan uitwerken bij patiënten, wat het beklemtonen van de leer van de totale verdorvenheid kan doen met mensen, en hoe sommige verbondsopvattingen ouders van jonggestorven kinderen of kinderen met een zware handicap de hoop kunnen ontnemen, aldus Baars. Het is geoorloofd als hij of zij daar „als een fair en kritisch tegenover” af en toe voorzichtig vragen bij stelt, zei hij.

Prof. dr. R. Kuiper sprak de hoop uit dat Eleos zich ook na het afscheid van Knepper blijft bezinnen op het thema identiteit. „Gezegend de organisaties die geleid worden door bestuurders die inzien dat dit belangrijk is.”