Turkse aanklager wil verbod moslimpartij
Het Turkse openbaar ministerie heeft het hoogste gerechtshof van het land woensdag gevraagd de Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) te verbieden. Volgens het OM overtreedt de AKP de wet doordat de moslimpartij in de persoon van Recep Tayyip Erdogan een voorzitter heeft die op last van de rechter geen politieke partij mag leiden.
Erdogan zat in 1999 vier maanden gevangen nadat hij in het openbaar een gedicht had voorgelezen dat volgens de rechter aanzet tot religieuze haat. Vanwege zijn strafblad mag de populaire oud-burgemeester van Istanbul niet aan verkiezingen deelnemen. Aanklagers gaven Erdogan eerder opdracht zijn naam van de lijst van AKP-oprichters te verwijderen en terug te treden als partijvoorzitter. Dat laatste weigert Erdogan.
De AKP werd vorig jaar opgericht door leden van de Partij van de Deugd, een islamitische partij, die werd verboden omdat ze zich tegen de seculiere wetten van Turkije had uitgesproken. De AKP heeft eveneens een islamitische grondslag, maar ontkent van Turkije een moslimland te willen maken.
Erdogan noemde de stap van het openbaar ministerie een „klap voor de Turkse democratie.” Hij stelde dat het justitie erom te doen is de AKP in de aanloop naar de verkiezingen in een kwaad daglicht te stellen. Volgens Erdogan zal de eis zonder meer worden afgewezen.
Op 3 november gaat Turkije naar de stembus. De AKP kan volgens de laatste peilingen op rond de 30 procent van de stemmen rekenen, waarmee het op afstand de grootste partij van het land zou worden. Het kan een jaar duren voor het constitutionele hof in Ankara zich over het verzoek van het OM uitspreekt.