Volgens voorzitter W. Boer van de in april opgerichte vereniging Duurzame Waterbeheersing Landbouw Krimpenerwaard (DWLK) is de provincie te nalatig in het bestrijden van de ratten. „Er worden wel meer muskusrattenbestrijders ingezet, maar dat is lang niet voldoende. Het aantal ratten is de afgelopen jaren enorm toegenomen.”

Boer benadrukt dat de vereniging zich niet richt tegen de bestrijders zelf, maar tegen het beleid van de provincie. „De bodemprocedure is een zwaar instrument, waar we niet meer omheen kunnen.” Hij wil dat de provincie de bestrijding van de ratten versnelt door het inzetten van nog meer bestrijders. Bovendien vindt hij dat de provincie de schade die de boeren lijden moet vergoeden.

In de Krimpenerwaard werden vorig jaar bijna 40.000 muskusratten gevangen en waarschijnlijk zijn er dat dit jaar nog meer. Landelijk werden er vorig jaar 275.000 gedood. De dieren voelen zich in de Krimpenerwaard als een vis in het water. De omgeving is er voor hen prachtig. Er is veel water en de plantengroei is er optimaal. Bovendien hebben ze geen natuurlijke tegenstanders, waardoor ze zich razendsnel vermenigvuldigen. Uit één rattenstelletje kunnen in een jaar tijd veertig dieren voortkomen.

Boeren lijden grote schade van de ratten. Het grootste probleem is dat de dieren de landbouwgronden ondergraven. Daardoor kunnen koeien plotseling in gaten stappen, met als gevolg forse verwondingen. Ook kan een ongelijk maaiveld grote schade aanrichten aan machines. Bovendien is het al verscheidene keren voorgekomen dat tractoren kantelden in een weiland. Dat kan levensgevaarlijke situaties opleveren. Ook voor de walkanten zijn muskusratten funest. Soms zakken stukken walkant weg in de sloten.

De beroepsvisserij heeft eveneens te kampen met de ratten. De dieren vreten regelmatig fuiken kapot.

De DWLK komt overigens op voor boeren in de gehele Krimpenerwaard, maar wanneer boeren steun nodig hebben, moeten ze zich wel melden bij de vereniging.

Ook het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard ondervindt veel schade van de muskusratten. Het schap heeft juist begin deze maand aan de bel getrokken bij de provincie. In een motie gericht aan Zuid-Holland verzoekt het schap de provincie te bevorderen dat de Dienst Muskusrattenbestrijding Zuid-Holland de bestrijding van de dieren verder intensiveert.

Volgens woordvoerster M. J. Neggers van het schap is de aanvraag van de DWLK om een inschatting te maken van de schade die de muskusratten toebrengen niet uit te voeren. „Het is moeilijk in te schatten welke schade precies door de ratten wordt aangebracht en welke niet.” Neggers zegt dat de DWLK en het schap in het muskusrattenprobleem gelijke partijen zijn. Ze is het dan ook eens met de bodemprocedure van de vereniging, maar ze zegt dat de methode van het schap het indienen van een motie is.

De provincie zelf denkt dat de bodemprocedure het niet zal halen. „Wij hebben een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting”, aldus gedeputeerde L. E. van der Sar. Volgens hem is de provincie niet verantwoordelijk voor de schade die de muskusratten aanrichten. „Bovendien zijn er al extra mensen ingezet voor de bestrijding.” Van der Sar zegt dat de situatie met de ratten wel zorgelijk is. „Maar er zijn vorig jaar flinke problemen geweest door de mkz-crisis. De bestrijders mochten toen niet op percelen komen. Bovendien is er een zachte winter geweest. Daardoor konden de ratten een keer vaker jongen dan gewoonlijk.”