Jeugdbeleid in Amsterdam schiet tekort
Het jeugdbeleid in Amsterdam faalt.
Dat blijkt uit een onderzoek met de bijnaam Operatie Frankenstein naar het jeugdwerk in de stad, schrijft wethouder Asscher (Jeugdzaken) woensdag in een brief aan de gemeenteraad. „De gemeente Amsterdam en alle andere betrokken instanties doen het voor het Amsterdamse kind niet goed genoeg.”Een van de problemen is de veelheid aan initiatieven. „Amsterdam heeft een bonte verzameling van projecten, organisaties en subsidies op het gebied van jeugd- en welzijnsbeleid. De Amsterdammer die hulp nodig heeft, komt in een doolhof terecht van organisaties en instellingen.”
Verder houdt de gemeente de resultaten van haar eigen inspanningen niet goed bij, aldus de wethouder. Als eerdere projecten niet het gewenste resultaat opleveren, begint zij „op ad hocbasis nieuwe initiatieven.” Ook heeft het stadsbestuur geen goed overzicht van hoeveel geld waar naartoe gaat.
Doordat hulpverleners zich vaak aan allerlei procedures moeten houden, worden ze vaak beperkt in hun mogelijkheden. Bovendien gaan de instanties vaak slechts één probleem in een gezin te lijf, terwijl ze andere problemen negeren.
„Er is op vele gebieden verandering nodig”, concludeert Asscher. Zo vindt hij dat het jeugdwerk beter moet verantwoorden wat met subsidies gebeurt. Ook moet de gemeente beter duidelijk maken wat zij van de welzijnsorganisaties verwacht.
Tweede Kamerlid Bouchibti (PvdA) zei in een reactie dat minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) een actieve rol moet spelen bij het oplossen van de chaos in het jeugdwerk in Amsterdam en andere plaatsen. „Dit kabinet is ook verantwoordelijk. Het moet met een plan komen.”
Het jeugdwerk functioneert slecht, vindt Bouchibti. Dat komt onder meer doordat er te veel hulpverleners zijn die vaak langs elkaar heen werken. „Je raakt er gefrustreerd van.” Om de problemen het hoofd te bieden, moeten burgemeesters volgens haar de mogelijkheid krijgen in te grijpen in probleemgezinnen.