Chinees-Japans relatie in historische fase beland
De Chinees-Japanse relatie is aan het veranderen. Tot een grote doorbraak in de betrekkingen kwam het nog niet, maar er vinden historische veranderingen plaats.
De aardbeving leek heel even ruimte te scheppen voor een opmerkelijke stroomversnelling. De Japanse luchtmacht zou tenten naar het aardbevingsgebied vliegen, waardoor er voor het eerst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog Japanse soldaten voet op Chinese bodem zouden zetten. De Chinese overheid krabbelde echter terug: het Japanse leger was niet welkom.Maar de laatste tijd hebben er toch nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden die er duidelijk op wijzen dat China en Japan een belangrijke nieuwe fase in hun relatie hebben betreden. In die fase is de schade die het in China vaak oplaaiende anti-Japanse sentiment kan veroorzaken aanzienlijk groter voor China dan voor Japan.
Allereerst zijn er de laatste jaren veel Chinezen naar Japan vertrokken. Dinsdag maakte de Japanse overheid bekend dat Chinezen vorig jaar december voor het eerst de grootste groep buitenlanders in Japan vormden. Niet minder dan 28,2 procent van de 2,15 miljoen geregistreerde allochtonen in Japan kwam uit China, Hongkong en Taiwan.
Tot nog toe bestond de grootste groep uit nakomelingen van Koreanen die tussen 1910 en 1945 naar Japan waren gebracht. Maar deze groep is snel kleiner aan het worden als de ouderen sterven en de derde generatie voor de Japanse nationaliteit kiest.
De nieuwe groep Chinezen bestaat voornamelijk uit werknemers en studenten. Velen van hen keren terug naar hun moederland met een nieuw en positiever beeld van Japan. Deze ervaring laat hen kritischer aankijken tegen Chinese propaganda. Een ontwikkeling die nu al zichtbaar is in blogs en reacties van Chinezen die in Japan hebben gewoond op Chinese internetsites.
Een tweede opmerkelijke ontwikkeling is de bekendmaking diezelfde dag dat een Japans marineschip later deze maand China zal aandoen. De hulpvluchten van de Japanse luchtmacht werden weliswaar op het laatste nippertje geschrapt, maar uiteindelijk zullen deze maand dus toch Japanse militairen China betreden. Gezien de vele haatgevoelens die nog in China leven vanwege Japanse acties tijdens de oorlog, is dit een uitermate historische en belangrijke gebeurtenis.
Hoeveel de relatie al veranderd is, bleek kort na de Chinese aardbeving. Japan was het eerste buitenlandse land waarvan China hulp accepteerde. Een foto van Japanse reddingswerkers met gebogen hoofd naast de lichamen van een Chinese moeder en haar kindje maakte een enorme indruk in China. Chinezen zagen een beeld van Japan dat zij niet gewend waren. Miljoenen waren diep ontroerd door het respect dat de Japanners toonden.
In mei vond bezocht de Chinese president Hu Jintao bovendien Japan, het eerste bezoek van een Chinees staatshoofd in meer dan tien jaar. Hij sprak over een „warme lente” in de relatie tussen China en Japan.
Dat er een belangrijke verschuiving plaatsheeft in de Chinese beeldvorming van Japan blijkt ook uit een onderzoek van het in Peking zetelende Horizon Research Consultancy Group dat in mei bekend werd gemaakt.
De groep ondervroeg 3181 inwoners van de tien grootste Chinese steden. Daaruit bleek weliswaar dat Japan nog altijd op een flinke portie wantrouwen kan rekenen, maar de uitslag was veel positiever dan in voorgaande jaren. Scoorde Japan in 2005 uit een maximum van vier punten nog slechts een 1,82 en een 1,84 in 2006, het afgelopen jaar was dit cijfer gestegen naar een 2,04.
Voor het eerst vond de meerderheid van de ondervraagden dat historische kwesties openlijk besproken moeten worden. Toen in 2006 de toenmalige Japanse premier Abe China bezocht om het „ijs te breken” was deze openheid nog absoluut ondenkbaar. Om een nationalistisch gevoel te kweken in eigen land had de Chinese overheid jarenlang haatgevoelens opgezweept tegenover Japan. De negatieve propaganda werkte. Zelfs veel Chinese jongeren hebben een hekel aan Japan.
Het omstreden bezoek in 2005 van Japanse Premier Junichiro Koizumi aan Yasukuni, een tempel in Tokio waar gevallen Japanse soldaten worden vereerd, bracht Chinezen massaal de op de been. Zo’n duizend demonstranten probeerden toen de Chinese ambassade in Peking te bestormen. Ze schreeuwden „boycot Japan!” en „Japanse varkens kom naar buiten.” Er werd enorme schade aangericht, die de Chinese overheid later weigerde te vergoeden.
De demonstraties werden toegestaan door de Chinese overheid. Nieuws over de demonstraties werd in China nauwelijks door de Chinese staatsmedia verspreid, maar buitenlandse journalisten konden het nieuws zonder problemen verslaan, een enorm verschil met de situatie in Tibet, waar buitenlandse media worden geweerd als een besmettelijke ziekte. Het was duidelijk dat de demonstraties bewust door China werden gebruikt om de internationale opinie te beïnvloeden en Japan onder druk te zetten.
De reden voor de Chinese strategie was duidelijk voor eenieder die het nieuws volgde. Japan was enthousiast campagne aan het voeren om permanent lid te worden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en China was daar tegen. De Chinese acties boekten succes, het gelukte Japan niet de begeerde zetel te bemachtigen.
Het gaat uitermate interessant worden hoe de relatie tussen de snelgroeiende reus en de economisch machtige muis van Azië zich verder zal ontwikkelen.