Dit heeft hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag donderdag gezegd tegen de VN–Veiligheidsraad in New York. „Om misdaden op zo’n schaal en over zo’n tijdsperiode te plannen en te plegen, moesten de criminelen het hele staatsapparaat mobiliseren en coördineren", aldus de Argentijn, „met de medewerking van de veiligheidsdiensten en geheime diensten, alle ministeries, de voorlichtingsbureaucratie en justitie".Die misdaden gaan volgens hem nog steeds door. „Meisjes worden nog steeds verkracht. Kinderen sterven terwijl hun school wordt gebombardeerd", aldus Moreno.

De VN-Veiligheidsraad vroeg de Argentijn in 2005 onderzoek te doen naar oorlogsmisdaden in Darfur, nadat berichten waren binnengekomen over circa 200.000 doden door etnisch geweld. Vooral de zwarte burgerbevolking van Darfur moest het ontgelden bij gewapende aanvallen van Arabische Janjaweed-milities, die volgens veel waarnemers door de regering in Khartum worden gesteund.

In april 2007 vaardigde het ICC een arrestatiebevel uit tegen Ahmed Haroun en tegen Ali Kushayb, een leider van de beruchte Janjaweed. Haroun is nog steeds minister in de regering van Sudan. In juli wil Moreno een tweede Darfur–zaak aan de ICC–rechters presenteren, zo zei hij donderdag tegen de Veiligheidsraad.

Volgens Moreno werkt Sudan niet meer samen met het ICC, ondanks een bindende VN–resolutie die het land daartoe verplicht. De regering in Khartum zou Haroun en Kushayb kunnen arresteren, maar doet dat niet, aldus Moreno, die de Veiligheidsraad vraagt het gedrag van Sudan te veroordelen.

Moreno herinnerde eraan dat het inmiddels bijna tien jaar geleden is dat landen uit de hele wereld in juli 1998 het Statuut van Rome aannamen, het oprichtingsverdrag van het ICC, met ’een nieuwe en machtige boodschap’: geen straffeloosheid meer voor zware internationale misdrijven als oorlogsmisdaden.