„Dit is geen natuurramp, maar een crisis die de mensheid zelf heeft gecreëerd en die wij kunnen oplossen”, aldus Zoellick woensdag. „Er zijn geen ingewikkelde onderzoeken nodig, we weten wat we moeten doen.”Naast het bieden van directe voedselhulp aan de twintig meest getroffen landen moeten de rijke landen zich volgens Zoellick inspannen om kleine boeren te voorzien van zaden en mest. „Dat kan het verschil betekenen tussen voedsel of honger bij de volgende oogst”, stelde de bankpresident.

Verder roept hij alle landen op een einde te maken aan exportbeperkingen en andere handelsbarrières die de voedselmarkt verstoren. Op de lange termijn verwacht Zoellick vooral veel van nieuwe landbouwmethoden die de productie in ontwikkelingslanden kunnen verhogen. Daarnaast zouden de subsidies voor biobrandstoffen moeten worden afgebouwd en de onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord van de zogeheten Doharonde worden afgerond.

VN-chef Ban Ki Moon zei woensdag op de top dat er jaarlijks tussen de 15 en de 20 miljard dollar voor voedselproductie nodig is om de honger wereldwijd te bestrijden.

Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties geeft 1,2 miljard dollar (775 miljoen euro) uit om tientallen miljoenen mensen in ontwikkelingslanden van voedsel te voorzien. Door de voedselcrisis komen mensen in meer dan zestig landen in de problemen.

In Haïti krijgen drie keer zoveel mensen voedselsteun. De hulp in Afghanistan wordt verdubbeld en ook gaat er meer geld naar Cambodja en Afrikaanse landen als Somalië en Kenia. „Honger is in opmars en we moeten nu handelen”, aldus directeur Josette Sheeran van het WFP in een verklaring aan de wereldleiders bijeen in Rome.

In de Italiaanse hoofdstad zijn deze week staatshoofden, ministers en vertegenwoordigers van hulporganisaties bijeen om te praten over maatregelen om de voedselcrisis te bestrijden. De afgelopen drie jaar is basisvoedsel zoals rijst en graan volgens de Wereldbank 80 procent duurder geworden.