Zuid-Afrika zoekt tevergeefs geschoolde werknemers
Positieve discriminatie, wordt het wel eens genoemd. Een eufemistische uitdrukking voor een systeem waarbij zekere baantjes en beroepen voor een bepaalde huidskleur zijn gereserveerd. Wat Zuid-Afrika betreft bestaat dergelijke ”regstellende aksie” ofwel ”werkresevering” alleen ten behoeve van zwarten, of, zoals een ander typisch Zuid-Afrikaans eufemisme luidt: ”de vroeger minder bevoorrechten”. Dat systeem heeft in de praktijk zo zijn nadelen.
Met ”regstellende aksie” wordt bedoeld het nemen van maatregelen waarbij fouten uit het verleden worden hersteld. En dan gaat het voornamelijk over de apartheidswetgeving, die bepaalde dat zekere beroepen ”slegs vir blankes” waren weggelegd. Er was een lange lijst van beroepen (loodgieters, schrijnwerkers, treinbestuurders enz.) die alleen voor de blanken waren. Later, in de jaren tachtig en begin negentig, begon de toenmalige blanke regering in te zien dat Zuid-Afrika zich een dergelijke wetgeving niet langer kon permitteren: om de groei van de economie te kunnen bevorderen moest men de zwarten erbij betrekken. Met name aan geschoolde arbeidskrachten bestond een groot tekort als gevolg van de ”job reservation” onder de apartheid.Sinds de omwenteling in 1994, toen Zuid-Afrika een veelrasssige democratie werd, bestaat het probleem nog steeds, namelijk het probleem van een groot tekort aan arbeidskrachten, terwijl liefst 37 procent van de bevolking werkloos is. Hoe valt dit te rijmen? Enerzijds is een groot deel van de zwarte bevolking ”niet geschikt” voor het verrichten van meer dan de eenvoudigste banen, zoals (blanke) werkgevers onlangs in een rapport over de werkloosheid verkondigden. Die mensen komen slechts in aanmerking voor beroepen als vuilnisophaler, schoonmaker van gebouwen en ander ’vuil’ werk, waar zelfs personen met slechts een eenvoudige schoolopleiding de neus voor ophalen. Anderzijds is er de ”regstellende aksie”.
Artsen
Een staatsbedrijf als Eskom, dat het alleenrecht heeft op de voorziening van elektrische stroom, kampt met een groot tekort aan geschoolde arbeidskrachten. De blanke ingenieurs, elektriciens en ander beroepspersoneel kregen niet lang na 1994 een gouden handdruk. De redenering van de nieuwe zwarte directie was: jullie zijn indertijd omhoog geklommen via de ruggen van zwart Zuid-Afrika en nu krijgen dus de ”vroeger minder bevoorrechten” een kans.
Helaas bleek in de praktijk dat, zelfs na veertien jaar democratie, zwart Zuid-Afrika zich nauwelijks laat scholen. Dat komt voor een deel door het steeds slechter wordende onderwijs. Diegenen die wel een beroep hebben geleerd, gaan liever in de privésector werken dan voor een staatsbedrijf, waar de verdiensten lager liggen. Het gevolg is dat grote delen van Zuid-Afrika, inclusief de mijnen, dikwijls zonder stroom zitten omdat er nauwelijks meer sprake is van professioneel onderhoud aan centrales en dergelijke. Ook zijn er in jaren al geen nieuwe centrales bij gekomen wegens slechte planning, lees: tekort aan beroepspersoneel.
En wat Eskom overkomt, gebeurt ook bij andere bedrijven, niet noodzakelijkerwijs alleen staatsbedrijven. Er bestaat in Zuid-Afrika een groot tekort aan bijvoorbeeld artsen. Er zijn 7 artsen per 10.000 inwoners (in Nederland ongeveer 30 per 10.000). Zuid-Afrika voert daarom artsen in, met name uit ontwikkelingslanden in Afrika, maar ook uit Europa (vorig jaar onder anderen vijftien Nederlandse artsen). Het departement Volksgezondheid heeft de zaak onder controle: de cijfers van de artsentekorten zijn bekend en er wordt iets aan gedaan. Echter, niet genoeg. Dat blijkt wel uit het feit dat maar liefst 46.000 posten in de openbare zorg vacant zijn.
Het onderwijs is helemaal een ramp. Er zijn per jaar 21.000 nieuwe leerkrachten nodig, maar het jaarlijkse aanbod is slechts 5000. Het tekort aan leerkrachten is voor een groot deel te wijten aan de gouden handdruk die tienduizenden blanke onderwijzers en leraren de laatste jaren hebben ontvangen van de regering, die hun liever ziet gaan dan komen. Er zijn tienduizenden blanke leerkrachten die zonder werk zitten, maar de regering volhardt ook hier in ”regstellende aksie”. Alleen: er dienen zich niet genoeg zwarte kandidaten aan. Emigratie van buitenlandse geschoolde arbeidskrachten ligt nagenoeg stil, omdat de invoer van vaardigheden beschouwd wordt als ”niet vaderlandslievend”, een uitdrukking die ten tijde van de regering van Nelson Mandela opgang deed.
Willekeur
Zuid-Afrika slaagt er maar niet in om een aanvaardbaar aantal beroepsmensen op te leiden of in te voeren. Het land moet een economisch groeicijfer van 6 procent weten te behalen om de groei van de bevolking bij te kunnen houden en de werkloosheid tegen te gaan. Hoewel de regering van Thabo Mbeki blijft beweren dat zij bezig is haar beleid jegens de bescherming van ”vroeger minder bevoorrechte” groepen te versoepelen, is deze beleidswijziging nog niet doorgedrongen tot het ministerie van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor het uitreiken van arbeidsvergunningen aan buitenlanders. Uit onderzoek blijkt dat letterlijk duizenden sollicitanten uit het buitenland worden afgewezen.
Daarbij is het heel vreemd dat redenen voor een dergelijke afwijzing niet worden gegeven. Voorbeeld: Een Duitse arts die in een ziekenhuis in Kaapstad vrijwillig haar diensten leverde, dus zonder betaling, moest na een jaar gratis werken constateren dat haar verzoek om een werkvergunning nog steeds niet was behandeld. Bij navraag kreeg ze te horen dat zij het verder wel kon vergeten. Hoewel ze graag in Zuid-Afrika had willen blijven, is ze noodgedwongen naar Duitsland teruggekeerd, ondanks het feit dat het Kaapse ziekenhuis genoeg vacante posten had. Zonder redenen werd ze geweigerd.
Het departement van Binnenlandse Zaken heeft geen idee van het aantal vacante banen in Zuid-Afrika, welke vaardigheden worden verlangd en hoeveel geschoolde arbeidskrachten het land nodig heeft. Daarbij komt dat er op het departement een corruptief beleid van willekeur bestaat: door omkoperij kan men makkelijk aan een werkvergunning komen. Vorig jaar zijn 31.000 ambtenaren van het departement beschuldigd van dergelijke corruptie. Slechts zo’n 300 werden daarvoor uiteindelijk gestraft en ontslagen. Er heerst een totaal gebrek aan doorzichtigheid wat betreft het departementsbeleid.
Commentaar
In het emigratieland Australië, waaraan Zuid-Afrika zich graag spiegelt, bestaat daarentegen een zeer transparant en duidelijk beleid. Het Australische departement van Binnenlandse Zaken weet op elk moment hoeveel artsen, verpleegkundigen, managers, ingenieurs, leerkrachten en wetenschappers het land nodig heeft. Het kan zijn immigratiebeleid daarop haarfijn afstemmen. Via een puntenstelsel weet de aspirant-emigrant precies waar hij of zij aan toe is. Bureaucratische rompslomp wordt te allen tijde vermeden en de sollicitant krijgt zonder vertraging te horen wat zijn of haar kans op succes is.
In Zuid-Afrika daarentegen vieren de bureaucratie, de corruptie en de willekeur hoogtij. Om de economie te laten groeien zal Binnenlandse Zaken een veel meer gestroomlijnd en doorzichtig beleid moeten voeren. Alleen op die manier, zeggen kenners en politieke commentatoren, zal Zuid-Afrika in staat zijn zijn onderwijsstelsel en zijn openbare zorgverlening te verbeteren. Daarbij dient niet alleen de rem op buitenlandse deelname te worden opgeheven maar, zo zeggen de experts, in de eerste plaats de ”regstellende aksie” te worden afgeschaft. Zoals een krantencommentator het onlangs zei: „As ons voortgaan met arbeidsproteksionisme straf ons juis die mense wat ons dink ons beskerm.”