Het Woord in een cultuur waar Blauwoog koning is
Wie Reformatie zegt, zegt eerherstel van de prediking, van de levende verkondiging van het Woord. „Maar met dat reformatorische programma”, zei dr. A. Noordegraaf zaterdag in Maasdijk, „sta je nu in een cultuur die door koning Blauwoog, zoals een collega de televisie eens noemde, wordt geregeerd.”
Tv, internet: onze cultuur is een beeldcultuur geworden, stelde de voorzitter van de Willem de Zwijgerstichting vast. En hoe verkondigen we in díé cultuur het Evangelie?In Maasdijk had zaterdagmiddag een minisymposium plaats naar aanleiding van het onlangs door dr. G. J. Mink gepubliceerde boekje ”Niet door stomme beelden…? Evangelieverkondiging in de moderne beeldcultuur” (uitg. Willem de Zwijgerstichting). Het symposium was de predikant aangeboden door de gereformeerde kerk te Maasdijk, zijn huidige gemeente, in verband met zijn 25-jarig ambtsjubileum.
Dr. Noordegraaf, die als eerste het woord kreeg, onderstreepte het belang van het door dr. Mink aangesneden thema. „Voor veel mensen, vooral jonge mensen, is beeldtaal de taal waarmee ze vertrouwd zijn.”
Wat betekent dat, vroeg hij zich af, bijvoorbeeld in het licht van het feit dat de Reformatie het Woord weer zo dicht mogelijk bij de mensen beoogde te brengen? „In de taal dus waarin ze geboren zijn - geen kerklatijn, maar verstaanbaar Nederlands?”
Korte Verklaring
Dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van woord naar beeld, is onmiskenbaar, gaf ook drs. Bert Endedijk aan. De directeur van uitgeverij Kok Ten Have in Kampen wees op de ”Korte Verklaring der Heilige Schrift”, die zo’n geheel eigen plaats innam onder gereformeerden. Velen groeiden op met de zestig delen tellende reeks. „We kunnen het ons nog amper voorstellen”, aldus Endedijk. Kok verkoopt de verklaring al een tijd niet meer. „Tot eind jaren tachtig verkochten we hem nog binnen andere kerken in de gereformeerde gezindte.”
Toekomst ziet Endedijk eigenlijk alleen nog voor een uitgeverij, én voor een kerk, die woord en beeld beide benut. „De nieuwe consument vraagt erom.” Kok, bijvoorbeeld, zal in de toekomst niet slechts een uitgeverij van boeken meer kunnen zijn, zei hij. „We zullen allianties moeten sluiten, met een omroep, met een krant.” Endedijk gebruikte in dit verband de term „democratisering van de vorm.” Hij besloot: „Woorden en beelden: de wereld wacht erop. Er is geen tijd te verliezen.”
Beeldend vertellen
„Heb je ’m al gezien?” vroeg een jongen aan drs. Nynke Dijkstra-Algra, toen de film The Passion of The Christ was uitgekomen. „Nee”, zei die, „en ik ga hem niet bekijken ook. Ik vind het boek beter.” „Het boek?” „Na een tijdje viel het kwartje. Het boek, daarmee bedoelde ik natuurlijk de Bijbel. En die is hier uiterst sober. De geseling van Jezus wordt in een bijzin genoemd. Kennelijk gaat het om iets anders. Het gaat van kruis naar opstanding. En dat leg je niet zomaar uit in filmbeelden, daar is dan op zijn minst een goede ondertiteling voor nodig.”
Dijkstra, gemeenteadviseur van de Protestantse Kerk in Nederland, staat niet op voorhand negatief ten opzichte van het gebruik van beelden, in de kerk bijvoorbeeld. „Mijn zoon zei eens: Bij ons in de kerk hangt 10.000 liter slaapgas. Dat spuiten ze er voor de dienst in. En ja, sorry mam, ook als jij preekt.”
In haar bijdrage merkte Dijkstra op „allereerst” een pleidooi te willen voeren voor „goed vertellen, beeldend vertellen. W. G. van de Hulst hielp dan destijds door wat puntjes neer te zetten. Dan wist je wanneer je even in moest houden, om het spannend te maken. Ik hoop dat er nog meesters en juffrouws, en leiders van kindernevendiensten zijn die beeldend kunnen vertellen.”
En als je dan beelden wilt gebruiken, zei de gemeenteadviseur, dan is de „checklist” in het boekje van dr. Mink zeer bruikbaar. Bijvoorbeeld: Wat wil ik er eigenlijk mee bereiken? Wil ik alleen informatie overdragen, of wil ik op de emoties inspelen?
Begin ook niet zomaar met het gebruik van beelden, adviseerde Dijkstra. „Je zult je eerst moeten verdiepen in de beeldcultuur. Dat kun je niet alleen. Samenwerking is nodig - tussen de voorganger, musici, een beeldend kunstenaar. Ik hoop dat de landelijke kerk hierin ook het voortouw zal nemen. En begin dan ernaar te kijken met de ogen van jongeren. Zij gaan ons hierin voor.”
Centraal-Azië
Martien Timmer, directeur van de Stichting Christelijke Mediaprojecten 3xM (waarvan dr. Mink voorzitter is), sprak over ”Het evangelie in beeld”. Evangelieverkondiging via de televisie biedt „geweldige mogelijkheden”, aldus Timmer, in moslimlanden onder andere. Tegelijk ziet hij „enorme beperkingen.”
Het positieve overheerst wat hem betreft echter. „Sinds begin dit jaar zenden we lokale tv-programma’s uit in Centraal-Azië. Over wie de Heere Jezus is. Nadat zo’n programma was uitgezonden, belde een boze man naar de lokale nazorgmedewerkster. „Ik ben moslim, ik bid altijd, wat moet ik met programma’s over Jezus!” De nazorgmedewerkster haakte hierop in, en aan het eind van het gesprek zei hij: „Ik zal voortaan ook naar christelijke tv-programma’s gaan kijken.”
Timmer: „Via de tv kon zo iemand worden bereikt.”