Buitenland

Beiroet sceptisch over vredesakkoord

De aanhangers van Hezbollah zijn nog druk bezig met het afbreken van hun tenten als ze gezelschap krijgen van honderden Syrische en Zuid-Aziatische gastarbeiders, werknemers van het schoonmaakbedrijf Sukleen. Na achttien maanden beleg door de oppositie lijkt het alsof er geen seconde verloren mag gaan om het centrum van Beiroet te herstellen in zijn vroegere glorie.

Gert Van Langendonck
22 May 2008 11:09Gewijzigd op 14 November 2020 05:52
AMCHIT – Schoolkinderen zwaaien met foto’s van de Libanese legerleider Michel Suleiman, die op grond van het vredesakkoord dat in Libanon is gesloten de nieuwe president van Libanon moet worden. Foto EPA
AMCHIT – Schoolkinderen zwaaien met foto’s van de Libanese legerleider Michel Suleiman, die op grond van het vredesakkoord dat in Libanon is gesloten de nieuwe president van Libanon moet worden. Foto EPA

„Yallah, Nasrallah!” (Hup hup, Nasrallah!) roept een Hezbollahmilitant terwijl hij nog een tent in een container gooit. Wat niet meer bruikbaar is, mogen de Sukleenjongens opruimen.Het vredesakkoord dat woensdagmorgen in de hoofdstad van Qatar werd afgesloten tussen de strijdende partijen in Libanon heeft iedereen verrast. Zo groot was het scepticisme onder de Libanezen dat de grap van de week was dat er nooit een beter moment is geweest om de luchthaven te sluiten dan nu alle politici het land uit zijn. Maar plots was het akkoord er dan toch. Een akkoord dat niet alleen een hervatting van de gevechten van vorige week heeft bezworen, maar dat mogelijk zelfs een eind heeft gemaakt aan een politieke crisis die al duurt sinds de oorlog met Israël in 2006.

Het opruimen van het tentenkamp waarmee de oppositie al sinds de massabetoging van 1 december 2006 de zetel van de regering belegert, was ongeveer het enige wat het regeringskamp in Doha uit de onderhandelingen wist te slepen. In ruil daarvoor moest de regering toegeven op haar voornaamste strijdpunt: de oppositie krijgt een blokkeringsminderheid in een nieuwe nationale regering, waardoor ze een veto heeft tegen elke regeringsbeslissing die haar niet zint. Concreet betekent dit dat de discussie over de wapens van Hezbollah van tafel is geveegd.

Voor Mohammed, een Hezbollahmilitant uit Bint Jbeil -een dorp op de grens met Israël dat verwoest werd tijdens de oorlog van 2006- heeft het tentenkamp evenveel bijgedragen aan de overwinning als de militaire actie van Hezbollah eerder deze maand waarin de milities van het regeringskamp werden uitgeschakeld. „Natuurlijk”, zegt Mohammed, „wij hebben hen geraakt waar het pijn doet: in het hart van hun economie. Al die prachtige gebouwen die je hier ziet zijn door de Haririfamilie gestolen van het volk. Vroeger woonden er arme mensen downtown.”

Het centrum van Beiroet, dat geheel verwoest werd tijdens de burgeroorlog van 1975-1990, werd in de jaren negentig prachtig -en volgens sommigen op steriele wijze- gerenoveerd door Rafik Hariri, de miljardair en ex-premier die in 2005 bij een bomaanslag om het leven kwam. Vandaag de dag kost een appartement er 1 miljoen dollar of meer. De bouw in het stadscentrum is nooit gestopt.

„Ik had niet gedacht dat ik het mij ooit zou kunnen permitteren om in het centrum te wonen”, grapt Mohammed. Hij heeft sinds de eerste dag in het tentenkamp gewoond. Een van zijn broers is gesneuveld tijdens de oorlog met Israël en dat neemt hij Saad Hariri, Rafiks zoon en politiek erfgenaam, persoonlijk kwalijk. „Saad Hariri had de oorlog vanaf de derde dag kunnen stoppen, maar hij heeft dat niet gedaan omdat hij in het Amerikaanse kamp zit. Daarom haat ik hem. Daarom ben ik hier.” En is het nu vrede dan? „Als ze zich houden aan wat ze op papier hebben beloofd: waarom niet?” vindt Mohammed.

Twee blokken verderop heeft Pierre Dagher, de eigenaar van restaurant DUO in de Al-Maaradstraat, ook goede redenen om optimistisch te zijn. „Ik heb vandaag al twintig reserveringen binnengekregen voor vanavond”, vertelt hij. Toch gaat het restaurant niet open. Sinds december 2006 is zijn horecaonderneming alleen ’s middags open en een groot deel van het personeel is ontslagen. „We moeten eerst opnieuw personeel werven voordat we ’s avonds kunnen heropenen.”

Dagher bevindt zich onder de gelukkigen: een zestigtal restaurants is het voorbije anderhalf jaar failliet gegaan. De oorlog van 2006, vrij snel gevolgd door het beleg van door Hezbollah, hebben zowel de rijke toeristen uit de golflanden als de rijke Libanezen afgeschrikt. Nou ja, afgeschrikt: Hezbollah heeft het centrum nooit helemaal afgesloten, maar om bij de dure restaurants te komen moesten de klanten wel vijf minuten lopen. „En iedereen weet dat een beetje Libanees nooit loopt”, zegt Dagher. Maar is het nu vrede dan? „Dit is ongetwijfeld een heel belangrijke ontwikkeling”, concludeert de restauranthouder. Maar hij blijft sceptisch over de toekomst. „Dit is tenslotte Beiroet.”

Terwijl de Hezbollahaanhangers hun biezen pakken en de restauranteigenaars een betere toekomst plannen, maken andere Libanezen zich alweer zorgen over wat er komen gaat. „Nog even en de rijke toeristen uit de golflanden gaan Libanon opnieuw claimen als hun speeltuin”, zegt Linan Sahab, een 25-jarige secretaresse. „Dan zijn we het centrum opnieuw kwijt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer