Zwingli, een profeet uit Zwitserland
Huldrych Zwingli heeft in kerkelijk Nederland geen al te best imago. De vrijzinnige Zwinglibond draagt al jaren de naam van de Zwitserse reformator. En catechisanten leren dat Zwingli er met zijn avondmaalsopvatting naast zat. Daar moet verandering in komen, vindt H. L. Roth uit Groot-Ammers. Hij wil de geschriften van Zwingli weer onder de aandacht te brengen.
Het bureau in zijn studeerkamer ligt bezaaid met boeken. Een wetenschappelijke uitgave van Zwingli’s geschrift over de voorzienigheid, vertalingen ervan in het Duits, woordenboeken, een bibliografie. Roth is bezig de Latijnse tekst in het Nederlands te vertalen.„Zwingli heeft nogal onder vuur gelegen over zijn opvattingen over de voorzienigheid”, zegt Roth, in het dagelijks leven directeur van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de Protestantse Kerk. „Hij stelt dat heidenen zalig kunnen worden. De enige bron van de waarheid, zo redeneert Zwingli, is God. En als een heidens filosoof de waarheid verkondigt, dan put hij uit déze Bron. Zwingli zou nooit met stelligheid beweren dat die heiden dan altijd zalig wordt, maar hij sluit het niet uit. Het is in Gods hand; Hij verkiest.”
Voorzienigheid
”Over de voorzienigheid” is een van de geschriften van Zwingli waarmee Roth bezig is om die in het Nederlands te vertalen. Eerder verschenen onder andere ”Het Woord van God: glashelder, krachtig en betrouwbaar” en ”Doop, wederdoop en kinderdoop”. Vorige maand kwam ”Twee preken te Bern: belijden en volharden” op de markt.
Roth: „Ik probeer iedere week een paar avonden aan het vertaalwerk te besteden. Dan pak ik de originele Duitse of Latijnse tekst van Zwingli erbij, de Duitse vertaling van Leo Jud en een of twee moderne vertalingen. Dan vertaal ik ongeveer één bladzijde per uur.”
Uitgangspunt is een zo getrouw mogelijke vertaling, aldus Roth. „Daarbij vind ik, net als de reformator Martin Bucer, het overbrengen van de betekenis van een bepaald woord belangrijker dan een te letterlijke vertaling. Neem bijvoorbeeld de letterlijke zinsnede ”het gezicht van Jesaja”. Dat kan worden opgevat als ”het aangezicht van Jesaja”, en dat kan verwarrend zijn. Daarom heb ik in navolging van Zwingli gekozen voor het woord ”profetie”. Als je hier voor een heel letterlijke vertaling zou kiezen, dan laat je de betekenis min of meer over aan de lezer.”
Doorbraak
Roth kwam voor het eerst in aanraking met Zwingli toen hij in 2002 in Zwitserland naar zijn wortels zocht. „Mijn voorouders komen uit het kanton Appenzell. Omdat we naar Zwitserland gingen, wilde ik wat lezen over deze reformator. Bij Van der Tol in Dordrecht heb ik toen vier deeltjes van Oskar Farner over Zwingli gekocht. Dat was de doorbraak. Ik heb 1500 bladzijden achterelkaar gelezen, zo had het onderwerp me te pakken. Wat mij trof, was Zwingli’s betrokkenheid op het koninkrijk van God, zijn intelligentie, zijn knappe manier van redeneren.”
In het Nederlands was weinig over Zwingli te krijgen, ontdekte hij. „In de zestiende eeuw heeft Zwingli wel invloed gehad in de Nederlanden. Zo sloot Joannes Veluanus uit Garderen nauw aan bij diens avondmaalsopvatting. Ook Heinrich Bullinger, Zwingli’s opvolger in Zürich, werd hier bekend, vooral door zijn ”Huisboek”. In de zeventiende eeuw diende het als preekboek voor de zogenoemde ziekentroosters aan boord van de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Maar Zwingli had de pech dat hij tijdens de Synode van Dordrecht in 1618-1619 ten onrechte werd geciteerd door de remonstranten. De naam Zwingli was voortaan verdacht.”
Roth hoopt dat christenen nu zelf de geschriften van Zwingli gaan lezen. En dat ze ontdekken dat de Zwinglibond niets met de Zwitserse reformator te maken heeft. „De bond koos in 1948 voor deze naam omdat Zwingli én zijzelf weinig aandacht kregen. Onbedoeld kon Zwingli op nog minder belangstelling rekenen en raakte zijn naam bovendien besmet.”
Wat biedt Zwingli meer dan Luther of Calvijn?
„Alle reformatoren zijn profeten van God; daar ben ik van overtuigd. Maar ze waren heel verschillend, net als de discipelen. Petrus was vaak haantje de voorste, terwijl Johannes meer diepgang vertoonde. De apostel Paulus was de systematicus. Misschien leek Luther wel het meest op Petrus; hij kon nogal bot uit de hoek komen en soms moest hij daarom door anderen worden bestraft. Calvijn is meer een Paulus. Zwingli lijkt het meeste op Johannes, die alles met een adelaarsblik -vanuit het gezichtspunt van God- bekeek.
Zwingli redeneerde sterk vanuit de voorzienigheid van God. Hij legde de nadruk op het werk van de Heilige Geest. De Bijbel is volgens hem het uitwendige Woord, dat de Heilige Geest gebruikt om de mens inwendig levend te maken.”
Dit uitgangspunt werpt volgens Roth ook licht op Zwingli’s avondmaalsleer, die afweek van die van Luther en Calvijn. „Het ging Zwingli niet zozeer om het teken (signum) van brood en wijn, maar om de zaak (res): het heil komt van God.”
Kinderdoop
Vooral voor het boek ”Doop, wederdoop en kinderdoop” is veel belangstelling, aldus Roth. Zwingli schreef het traktaat met het oog op de wederdopers, die de kinderdoop afwezen. „Maar het onderwerp is nog steeds actueel.”
Opvallend is, aldus Roth, dat Zwingli een van de eerste theologen was die de doop van Johannes gelijkstelde met die van Christus. „Zwingli dacht heel sterk vanuit de eenheid van het oude en nieuwe verbond. Het volk Israël, zo stelde hij, was fysiek besneden en geestelijk gedoopt in de wolk; wij zijn fysiek gedoopt en geestelijk besneden in Christus.”
U vertaalde onlangs twee preken van Zwingli. Wat voor type predikant was hij?
„Van Zwingli zijn jammer genoeg bijna geen preken bewaard gebleven. Duidelijk is wel dat Zwingli een echte volksprediker was: aansprekend, direct, en gericht op de praktijk. Op vrijdagse marktdagen belegde hij speciaal een dienst voor mensen uit de omgeving van Zürich. Die brachten de boodschap vervolgens verder in de ommelanden.”
Welk geschrift van Zwingli moet iedereen lezen?
„Al vanaf het begin ben ik gegrepen door ”Het Woord van God: glashelder, krachtig en betrouwbaar”, juist ook omdat de betrouwbaarheid van de Bijbel in onze tijd nogal onder vuur ligt. Zwingli benadrukt dat Gods Woord duidelijk is; innerlijke tegenstrijdigheden sluit hij bij voorbaat uit. De Heilige Geest spreekt Zichzelf immers nooit tegen.”
Zwingli was duidelijk, redeneerde logisch en consequent. Roth herkent zich daar wel in. „Zwingli heeft mijn denken gestempeld. En als ik zijn geschriften bestudeer, dan kan ik geen punten vinden waarvan ik denk: Hij zat ernaast. Er is hem wel van alles in de schoenen geschoven; dat hij zou dwalen op het punt van de erfzonde bijvoorbeeld. Zwingli zag de erfzonde niet als schuld, maar als gebrokenheid van de menselijke natuur. Mensen zitten met de gevólgen van de erfzonde, zoals een kind van een slaaf zelf geen schuld heeft, maar wel gevangenzit.”
Bent u niet te kritiekloos?
„Nee, ik wil geen partijgenoot worden. Van Paulus niet, van Apollos niet, van Cefas niet. En ook van Zwingli niet. Maar hij is een goed startpunt. Zwingli verwees altijd naar de Schrift.”
Huldrych Zwingli
Huldrych Zwingli werd geboren op nieuwjaarsdag 1484. Hij studeerde in Bern, Wenen en Basel en begon in 1506 zijn ambtelijke werkzaamheden als pastoor in Glarus. Zwingli werd een van de belangrijkste kerkhervormers in Zwitserland.
Zwingli werd in 1519 priester van de Grossmünsterkerk in Zürich. Daar begon hij publiekelijk vraagtekens te zetten bij de leer van de Rooms-Katholieke Kerk. Zijn eerste reformatorische geschrift, ”Vom Erkiesen und Fryheit der Spysen” (1522), ging over het vasten. Zwingli nam niet zijn uitgangspunt in de kerkelijke traditie, maar in de Bijbel.
Het avondmaal zag Zwingli als een herinneringsmaaltijd. Brood en wijn worden niet het lichaam van Christus, maar de gemeente wordt zichtbaar als lichaam van Christus rondom Woord en sacrament. De Duitse reformator Maarten Luther dacht daar anders over. Hij hield vast aan de letterlijke tegenwoordigheid van Christus in het avondmaal. Johannes Calvijn benadrukte de mystieke gemeenschap van de gelovige met Christus door de tekenen van brood en wijn.
In oktober 1531 ondernamen de rooms-katholieke kantons in Zwitserland een gezamenlijk aanval op Zürich. Zwingli vergezelde het protestantse leger en sneuvelde in de slag bij Kappel. Een monument herinnert daar nog aan de reformator van Zwitserland.
Vertalingen
H. L. Roth uit Groot-Ammers begon in 2006 met het uitgeven van geschriften van Huldrych Zwingli in het Nederlands. Tot nu toe verschenen vijf vertalingen:
-”Het Woord van God: glashelder, krachtig en betrouwbaar”
-”Goddelijke gerechtigheid, menselijke gerechtigheid en hun onderlinge relatie”
-”Doop, wederdoop en kinderdoop”
-”67 artikelen met uitleg”
-”Twee preken te Bern: belijden en volharden”
Meer informatie: www.zwingli4all.nl.
Geloven is vertrouwen
Huldrych Zwingli preekte op 19 januari 1528 over het Apostolicum. „Rechtschapen christenen”, zo begon hij, „aangezien ik door de mij ongunstig gezinde tegenstanders als een misleider en ketter word voorgespiegeld, wil ik ten overstaan van deze vergadering van harte rekenschap geven van mijn geloof.” En geloof is hetzelfde als vertrouwen, aldus Zwingli.
„Als de mens niet méér zou geloven, dan alleen dat er een God is, en zich niet aan dezelfde God zou toevertrouwen met een ontwijfelbaar vertrouwen, dan zou dat niet meer te betekenen hebben, dan wanneer iemand van ons zou geloven dat de Turken Mohammed vereren, zonder hem zelf te vereren. Een dergelijk geloof is niet schadelijk voor hem; hij stelt immers geen vertrouwen op Mohammed. Identiek is de situatie, als wij alleen geloven in het bestaan van een God, maar niet erop vertrouwen dat hij onze God en Vader is (zie Johannes 8:42). Dat zou ons net zo weinig baten, zoals het niet schadelijk is om te weten dat Mohammed wordt vereerd, en er op hem wordt vertrouwd, als we dat zelf niet doen. „Ook de demonen geloven, en ze sidderen” (Jakobus 2:19), dat is: ze erkennen heel goed, dat er een God is. Ze sidderen, omdat ze het zich bewust zijn geworden. Ze vertrouwen zich echter niet aan hem toe; ze verwachten ook niets goeds van hem en ze hebben hem niet lief.”
N.a.v. ”Twee preken te Bern: belijden en volharden”, vertaald door H. L. Roth; uitg. in eigen beheer, Groot-Ammers 2008; ISBN 9789080724266; 71 blz.; € 11,00.