Japanse nationalisten op oorlogspad
Een 58-jarige Japanse nationalist heeft zich woensdag voor het parlement in Tokio doodgeschoten. De politie heeft een brief gevonden waarin de man protesteerde tegen het buitenlands beleid van premier Yasuo Fukuda. Het is het jongste incident in een lange reeks van acties door ultrarechtse groeperingen in Japan.
Zelfmoorden en incidenten met vuurwapens worden doorgaans uitgebreid door de Japanse media verslagen. Maar opvallend is dat er nauwelijks aandacht is besteed aan het jongste voorval. Het toont hoe enorm gevoelig de acties van de nationalisten in Japan zijn geworden.De nationalist die zich woensdag doodschoot, klaagde dat de huidige premier niet standvastig genoeg is in onderhandelingen met buurlanden. Japan heeft territoriale geschillen met alle landen waarmee het grenzen deelt.
In een tweede brief, gericht aan de media, maande hij Fukuda het Japanse volk ertoe te bewegen de Yasukunitempel vaker te bezoeken. Deze tempel in Tokio is een symbool voor het Japanse militarisme van de Tweede Wereldoorlog. Hier bidt men voor de zielen van Japanse soldaten, maar ook voor die van veroordeelde oorlogsmisdadigers. Toen de voormalige premier Koizumi de tempel bezocht, zakten de relaties met China en Zuid-Korea tot beneden het vriespunt. Tot grote ergernis van Japanse nationalisten weigert de huidige premier Koizumi’s voorbeeld te volgen.
De invloed van Japanse nationalisten is veel groter dan hun aantal doet vermoeden. Volgens de Japanse politie zijn er slechts zo’n 10.000. Dat is minder dan 0,01 procent van de bevolking. Tot enkele jaren geleden werden zij voornamelijk gezien als onschuldige druktemakers en herrieschoppers. Maar het lukt hen steeds vaker om mensen zodanig te intimideren dat de vrijheid wordt aangetast.
Afgelopen maand bijvoorbeeld annuleerde een tophotel in Tokio het jaarlijkse congres van de grootste vakbond voor leerkrachten, Nikkyoso, nadat nationalisten hadden gedreigd problemen te veroorzaken. Zelfs nadat een Japanse rechter het hotel gelaste het congres door te laten gaan, weigerde de directie dat te doen. Nikkyoso is een teer punt onder nationalisten. De links georiënteerde organisatie heeft in de loop der jaren veel invloed weten uit te oefenen op de inhoud van het onderwijs in Japan, vooral over de Tweede Wereldoorlog. Confrontaties tussen Nikkyoso en het conservatieve Japanse ministerie van Onderwijs zijn legendarisch.
Bedreigingen zijn aan de orde van de dag in Japan. De makers van een kritische film over Yasukuni ontvingen onlangs zulke verontrustende bedreigingen dat ze besloten hun kantoor in Tokio te verhuizen. Wel laten ze de Japanse première van hun film doorgaan.
Het blijft niet altijd bij dreigementen. In 2006 stak een 66-jarige nationalist het huis van de moeder van de Japanse parlementariër Koichi Kato in de brand uit protest tegen Kato’s kritiek op Koizumi’s bezoeken aan Yasukuni. In een interview met de Japanse pers zei Kato: „Tien jaar geleden zou ik gezegd heb dat het overdreven zou zijn om je bezorgd te maken over nationalisten. Maar mensen worden steeds minder bereidwillig om over nationalisten en Yasukuni te praten. Onze maatschappij is nationalistischer aan het worden, en er is minder vrijheid van de pers.”
Het is inderdaad de pers die het zwaar krijgt te verduren. Vrijwel alle Japanse mediaorganisaties zijn bedreigd of aangevallen. „Persvrijheid en de journalistiek”, zei de voorzitter van de Japan Newspaper Publishers & Editors Association tijdens de laatste jaarvergadering, „worden geconfronteerd met een uitermate moeilijke situatie.”