„Tongentaal niet eng”
„Een bekering kent niet alleen het geloof in Jezus, maar ook de kracht van de Heilige Geest.” Ruim 50.000 christenen zijn de afgelopen dagen naar Biddinghuizen gekomen om na te denken over het werk van de Heilige Geest.
De vierdaagse pinksterconferentie in Biddinghuizen wordt gehouden op het evenemententerrein naast het pretpark Walibi World. Net als vorig jaar kwamen er meer dan 50.000 bezoekers: tieners en jongvolwassenen, gezinnen en ouderen.„Maar het gaat niet om de getallen”, zegt een van de organisatoren. „Niet Stichting Opwekking organiseert in de eerste plaats. Mensen willen zelf bij elkaar komen om de zegen van de Heilige Geest te ervaren. We hebben dit opgebouwd als een werkplaats van God. Mensen uit alle denkbare kerken, van rooms-katholiek tot oud gereformeerd, komen hier bij elkaar. Zo heeft Jezus het bedoeld: één zijn in Zijn naam.”
Gisteren was de algemene lezing. Voorganger Doug Williams van een evangelische gemeente in Londen legt uit „hoe te wandelen in de Geest en te leven uit het Woord.” Hij vertelt hoe hij tot bekering kwam en de Heilige Geest leerde kennen. „Ik huilde en bad, terwijl ik dat nog nooit gedaan had. Daarna was het rustig in mijn hart en zag ik alles anders, vrolijker. Jezus Christus leeft! Later leerde ik het werk van de Heilige Geest kennen en kon ik in tongen spreken.”
Tegenstand
Williams groeit onchristelijk op. Hij loopt vast in zijn leven, maar door een christelijke vriend komt hij tot bekering. Volgens hem bestaat deze uit vier onderdelen: de oude levensstijl verwerpen, Jezus aannemen, je laten dopen met water en je laten dopen met de Heilige Geest.
Vaak komen gelovigen in de kerk maar tot de eerste drie, en worden zo geen volwassen gelovige, meent Williams. „We moeten kerken aanmoedigen om niet een paar, maar alle vier stappen te doorleven.”
Williams heeft zich aangesloten bij een kerk waar hij ook tegenstand ontmoet. „Er wordt soms in de kerk te benauwend gedacht. Dat kan je gedrevenheid om Jezus te verkondigen in de weg staan. Zo leerde ik spreken tot God in tongentaal, maar de voorganger vond het maar niks. Het was nieuw en daarom werd het afgekeurd. Bovendien waren die gaven sinds de afsluiten van de canon van het Oude en Nieuwe Testament verdwenen, vond mijn predikant.”
„Ik was er kapot van,” zegt hij. „Was ik gek en had ik een therapeut nodig? Of was ik bezeten en moest ik bij een duiveluitdrijver zijn? Toen ging ik terug naar de Bijbel, want dat is onze basis. Ik las daar dat tongentaal pas ophoudt als we volmaakt worden. En dat is pas in de hemel. Daarom hebben we het nu nog nodig voor de opbouw van ons geloof.”
Williams vertelt hoe blij hij werd van tongentaal. „Het is voor mij de mooiste manier om met God te spreken. Sommige kerken leren dat tongentaal bedoeld is om duivelen uit te drijven of om een boodschap van God aan mensen door te geven. Dat kan, want God is daar machtig genoeg voor. Maar over het algemeen is het een geestelijke taal om te spreken tussen God en jezelf.”
De voorganger wijst erop dat tongentaal „niet eng” is. „Dat lijkt zo, omdat je zelf iets spreekt wat je niet kunt verstaan. Maar het is een taal van de Heilige Geest. En de Geest is geen ”ghost” die op een onvoorzien ogenblik bezit van ons neemt en dwingt om woorden te spreken. Je moet zelf spreken en dan zal de Heilige Geest komen om de klanken om te vormen tot een taal. Laat je dan inschakelen door Hem.”
Superlatieven
De lezing van Williams begint en eindigt met ”worship”. Dit moment van aanbidding krijgt gestalte in lezen, bidden en zingen. Na het lezen van Psalm 147 vraagt een zanger: „Gaan we Hem eren vandaag?” De zaal antwoordt juichend. De band en de zaal zetten daarna in: „In uw aanwezigheid, kan ik daar ooit zijn? Want ik ben een mens, zondig en onrein. Maar God gaf Zijn Zoon.”
Op het uitgestrekte conferentieterrein worden niet alleen lezingen gehouden. Er zijn pastorale gespreksgroepen over huwelijk en gezin, en jongeren- en kinderprogramma’s. Jongeren gaan met evangelische voorgangers als Willem Ouweneel aan de slag rond het thema vrijheid. „Kernvraag is wat God met jouw leven voorheeft.”
In een van de tenten worden boeken en muziek verkocht: opwekkings-cd’s, boeken over huwelijksproblemen, partnerkeuze en zelfontplooiing. Verder zijn er tientallen stands van zendingsorganisaties. Op de grasvlakte voor de grote tent staat in het midden een groot kruis. Het kruis is leeg, want, zingen de aanwezigen: ”Mijn Verlosser leeft”.