Het is het gevolg van de groeispurt van de hersenen. Het slechte nieuws is echter dat deze situatie voortduurt tot ongeveer het achttiende levensjaar.

In een artikel in het wetenschappelijke blad New Scientist stellen enkele hersenonderzoekers van de universiteit van San Diego in de VS dat het humeurige en bozige gedrag met de plotselinge woedeaanvallen het gevolg is van een tijdelijke toename van de zenuwactiviteit in de hersenen. Daardoor hebben pubers er moeite mee informatie vanbuiten te verwerken en schatten ze sociale situaties verkeerd in.

Volgens het onderzoek nemen de verbindingen van de zenuwen in bepaalde delen van de hersenen in de puberteit sterk toe. Met name in een deel van de hersenen aan de voorkant. Dit deel speelt een belangrijke rol bij het bepalen van sociale relaties en de controle van ons sociaal gedrag.

De onderzoekers testten het vermogen van mensen in de leeftijd tussen de 10 en 22 jaar om emoties, uitgedrukt in beelden en tekst, in te schatten. Ze ontdekten dat dat vermogen te maken heeft met leeftijd. De snelheid waarmee kinderen emoties als woede en blijdschap herkenden, daalde bij het bereiken van de elfde levensjaar met wel 20 procent. In de daaropvolgende jaren werd het steeds iets beter, om bij de leeftijd van 18 jaar weer normale waarden te bereiken.

De tijdelijke ’ombouw’ van de hersenen vindt bovendien plaats juist op een moment dat de tieners allerlei verschillende sociale en emotionele ervaringen ondergaan. „Het gevolg is dat zij emotionele situaties verwarrender vinden. Dit leidt tot het humeurige en prikkelbare gedrag waar pubers om bekendstaan”, aldus onderzoeksleider McGivern.