Amnesty: Gruweldaden Ethiopiërs in Somalië
Ethiopische soldaten die de door de Verenigde Naties gesteunde regering in Somalië in het zadel hebben geholpen en in stand houden, maken zich op grote schaal schuldig aan schendingen van de mensenrechten. Amnesty International zegt dit in een dinsdag gepubliceerd rapport, waarin onder meer sprake is van het doorsnijden van de kelen van burgers en groepsverkrachting.
Het rapport is mede gebaseerd op verslagen van tientallen ooggetuigen. De mensenrechtenschendingen zijn volgens de rapporteurs niet alleen het werk van de Ethiopische soldaten, maar dezen zijn wel verantwoordelijk voor de meeste gruwelen. Amnesty roept de internationale gemeenschap (met name de VN, de Afrikaanse Unie (AU), de Arabische Liga en de landen van de Internationale Contactgroep voor Somalië) op een einde te maken aan het bloedvergieten.De Ethiopische regering noemt het rapport onevenwichtig en „categorisch onjuist.” Ethiopië ontkende vorige maand al een bericht van Amnesty waarin Ethiopische soldaten werden beschuldigd van „het doelgericht ombrengen van burgers” bij een aanval op een moskee. Bij de inval in de Al-Hidayamoskee van 19 april zouden 21 mensen zijn gedood. Van enkele slachtoffers zou de keel zijn doorgesneden.
De Somalische overgangsregering nodigde eind 2006 het Ethiopische leger uit naar Somalië te komen om haar te helpen in de strijd tegen islamitische opstandelingen. De strijd op het officiële slagveld was snel beslecht, waarna de islamitische rebellen de illegaliteit kozen. Volgens Amnesty zijn vorig jaar ruim 6000 burgers omgebracht en ruim 600.000 gedwongen uit de hoofdstad Mogadishu te vertrekken.
„De bevolking van Somalië wordt vermoord, verkracht, gemarteld. Plundering is wijdverbreid en hele wijken worden vernietigd”, zegt Michelle Kagari, Amnesty’s onderdirecteur voor Afrika.
Amnesty roept de 2000 man AU-troepen in Somalië op de burgerbevolking te beschermen. De troepen houden zich nu voornamelijk bezig met de bescherming van regeringsinstellingen en de opleiding van Somalische veiligheidstroepen.
„Er is geen veiligheid voor burgers, waar zij ook heen vluchten”, zegt Amnesty. De vluchtelingen staan op weg naar kampen bloot aan allerlei vormen van geweld, zoals diefstal, verkrachting en executies. Als zij al een kamp bereiken, worden zij daar geconfronteerd met chronische tekorten aan water, voedsel en medische hulp. De humanitaire operaties hebben te maken met partijen in het conflict en gewapende criminelen.
De 75 ooggetuigen in het rapport worden om veiligheidsredenen uitsluitend bij de voornaam genoemd. De 32-jarige Aguled zegt dat zijn buren zijn „afgeslacht.” Hun kelen werden doorgesneden en van sommige mannen werden de testikels afgehakt. Vrouwen werden verkracht.
De 56-jarige Haboon zegt dat de 17-jarige dochter van haar buren is verkracht. Van hun zoons van 13 en 14, die tussenbeiden wilden komen, werden met bajonetten de ogen uitgestoken. Haboon zegt niet te weten wat daarna met de jongens is gebeurd. Ook haar buurvrouw weet dat niet. Zij wachtte niet af wat er zou gebeuren en nam onmiddellijk de benen.
Het Ethiopische ministerie van Buitenlandse Zaken meldde dinsdag dat sinds 2006 honderden Ethiopische soldaten zijn gesneuveld in de strijd tegen het islamitisch verzet in Somalië. Het ministerie zei dat in Somalië ongeveer 3000 Ethiopiërs zijn gelegerd. De troepen werden in december 2006 in het buurland ingezet om steun te geven aan de in het nauw gebrachte overgangsregering, die wordt gesponsord door de internationale gemeenschap.
De Ethiopiërs waren qua uitrusting superieur aan de moslimstrijders en slaagden er al snel in hun tegenstanders, die het grootste gedeelte van Zuid-Somalië in handen hadden, uit te schakelen. De hoofdstad Mogadishu werd op de moslimstrijders, verenigd in de Raad van Islamitische Rechtbanken, heroverd.
Sindsdien is het islamitische verzet opgelaaid en is het opnieuw zeer onrustig in Somalië. Voedseltekorten verergeren de situatie.
Ook dinsdag gingen weer honderden jongeren de straat op in de hoofdstad Mogadishu uit woede over de stijgende voedselprijzen. De betogers trokken net als maandag rellen schoppend door de stad. Winkels en auto’s werden met stenen bekogeld en er werden barricades van brandende autobanden opgeworpen. Maandag werden bij grootschalige protesten twee mensen gedood door het leger.
Het aantal Somaliërs dat naar Jemen is gevlucht, is vorig jaar verdubbeld, aldus de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR dinsdag. Meer dan 15.000 mensen hebben de afgelopen vier maanden de gevaarlijke oversteek naar Jemen gewaagd in wankele bootjes over de Golf van Aden. Vorig jaar ging het in diezelfde periode om 7000 vluchtelingen.
Het aantal mensen dat overlijdt bij de boottocht daalt. De boten zijn minder vol geladen dan in voorgaande jaren. Daarnaast hebben sommige vluchtelingen gezegd dat ze voedsel en water kregen tijdens de oversteek. Vorig jaar kwamen in totaal 1400 mensen om, voornamelijk Somaliërs en Ethiopiërs. Passagiers werden geslagen, overboord gegooid of verdoofd met chemicaliën door mensensmokkelaars.
De situatie in het Arabische Jemen is ook verre van florissant. Het is een van de armste landen buiten Afrika.
Conflict Somalië
Somalië heeft al sinds 1991 feitelijk geen regering meer. Er is sinds 2004 een overgangsregering, voor een deel samengesteld uit voormalige krijgsheren die elkaar vroeger naar het leven stonden. De regering onder leiding van interim president Abdullahi Yusuf is gevestigd in de stad Baidoa en heeft nauwelijks gezag.
Tegenover de regering staat de Raad van Islamitische Rechtbanken. Deze unie was het initiatief van zakenlieden en moslimgeestelijken die orde en gezag wilden herstellen en korte metten wilden maken met de tirannie van de vele rivaliserende krijgsheren. De unie veroverde in 2006 een groot deel van Centraal en Zuid Somalië én Mogadishu en herstelde inderdaad enige tijd de rust, maar kwam ook met een zeer strikt islamitisch beleid op de proppen. Westerse muziek, sigaretten en de populaire drug qat gingen in de ban.
Ethiopië voelde zich bedreigd door de opmars van de Raad van Islamitische Rechtbanken en besloot de interim regering te hulp te schieten. Ook de Verenigde Staten staan aan de kant van de regering in Baidoa. De raad wordt gesteund door Eritrea, aartsvijand van Ethiopië.
Veel Somaliërs accepteren de ‘bezetting’ door Ethiopische troepen niet. Bovendien is de rivaliteit tussen de verschillende Somalische clans nog onverminderd groot.