Waterconflict naar kookpunt
De spanningen tussen Israël en Libanon zijn de afgelopen dagen gestegen, doordat Libanon woensdag formeel water zal gaan pompen uit de rivier de Wazzani, die enkele kilometers over Libanees grondgebied loopt alvorens via de rivier de Hasbani in Israël uit te monden in de Jordaan en het Meer van Galilea.
De Israëlische minister van Defensie, Binyamin Ben-Eliezer, waarschuwde vorige maand dat Israël „niet kan dulden” dat Libanon water voor eigen gebruik uit de Wazzani pompt. Hezbollah-leider sjeik Hassan Nasrallah zwoer dinsdag dat zijn guerrillastrijders binnen enkele minuten zullen terugslaan als het Israëlische leger het pompstation aanvalt. Een dergelijke aanval „zal het gehele noordelijke front openen”, aldus Nasrallah.
Libanon hoopt uiteindelijk ongeveer 4 miljoen kubieke meter water te pompen uit de Wazzani, water dat bestemd is voor een tiental dorpen langs de grens met Israël. Het pompt al ongeveer 6 miljoen kubieke meter uit de Hasbani. In totaal zou uit beide rivieren 10 miljoen kubieke meter water worden afgetapt, wat aanzienlijk onder het maximum ligt van 35 miljoen kubieke meter dat in een verdrag uit 1955 is toegestaan.
Het pompstation is gebouwd op het punt waar beide rivieren samenvloeien, ongeveer 100 meter van de Golanhoogte, die Israël in 1967 op Syrië veroverde en nog altijd bezet houdt. Het station heeft vorige week proefgedraaid.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een waterexpert naar Libanon en Israël gestuurd om te bemiddelen. Een deskundige van de Europese Unie bezocht al eerder Beiroet.