Ezel als onkruidbestrijder
Het licht in de Zuid-Franse regio Roussillon is betoverend. Tegen het einde van de middag legt de zon een fluweelzachte gloed over het landschap. Befaamde kunstenaars als Picasso, Miro, Matisse en Chagall wilden niet voor niets het licht en de kleuren van deze streek vangen in hun schilderijen.
Verschillende twintigste-eeuwse kunststromingen ontstonden in het departement Pyrénées-Orientales: het kubisme in Céret, het surrealisme in Perpignan en het fauvisme in Collioure.Karakteristiek voor de laatste plaats, een vissersdorpje aan de Middellandse Zeekust, zijn de groen, blauw, rood en geel geschilderde bootjes. Wie in Collioure de bontgekleurde scheepjes langs de waterkant ziet dobberen, zal zich er niet over verbazen dat juist hier het fauvisme ontstond, een kunststroming die zich onder andere kenmerkt door het gebruik van felle, ongemengde kleuren.
Blikvanger aan de baai van Collioure is de klokkentoren van de kerk Notre-Dame-des-Anges. Het is niet moeilijk je voor te stellen dat het bouwwerk op de pier in de middeleeuwen dienstdeed als vuurtoren. Sinds 1684 is de toren onderdeel van de aangebouwde kerk, waarvan de fundamenten in zee liggen.
Vermiljoenrood
De uitgestrekte zandstranden die het bovengelegen departement Aude kenmerken, lopen in Pyrénées-Orientales door tot aan het plaatsje Argelès-sur-Mer. Daarna gaan ze over in de ruige Côte Vermeille. De naam verwijst naar de kleur die de uit zee oprijzende rotsen aannemen in de ochtend- en avondschemering: vermiljoenrood.
De zeebodem voor de steile kliffen is geliefd bij duikers. Daar ontvouwt zich voor hun ogen een schitterende onderwaterwereld die minstens even kleurrijk is als de vissersbootjes van Collioure.
Wat verder landinwaarts bevinden zich de steile hellingen van de Pyreneeën, bedekt met wijngaarden. Bijzonder zijn de aangelegde terrassen in de omgeving van Banyuls-sur-Mer. Op deze manier voorkomen de landeigenaren dat bij hevige regenbuien de schaarse grond wegspoelt.
Muurtjes van ongeveer een meter hoog vormen verschillende trappen in het landschap. De wijnboeren leggen ze aan met zwerfstenen die in het rotsachtige landschap letterlijk voor het oprapen liggen. Op het grondgebied van vier gemeenten staat zo’n 6000 kilometer muur: genoeg om de afstand tussen Amsterdam en New York te overbruggen.
Afvoergoten doorkruisen de terrassen en zorgen daarmee voor een goede afwatering. De kanalen volgen een karakteristiek, vertakt patroon dat in de volksmond de ”afdruk van een kippenpoot” heet.
Op vrijwel elke wijngaard staat een klein schuurtje. Daarin kan de eigenaar zijn gereedschap opbergen. Voor het gemak plant hij daar meestal een amandel- of vijgenboom naast; dan hebben arbeiders in de oogsttijd altijd iets te eten.
Een van de percelen wordt bij wijze van onkruidbestrijding begraasd door een muilezel. Het schijnt dat deze biologische methode minstens zo effectief is als het gebruik van chemische middelen.
Tramontane
Het kustgebied is ’s zomers vaak droog en warm, maar in het late voorjaar zorgt de tramontane -een stevige bries van de Pyreneeën richting Middellandse Zee- voor een aangename temperatuur. De wind vormt voor jonge wijnranken echter een grote bedreiging. Om te voorkomen dat de dunne twijgjes breken, bindt de boer ze vast aan stevige stokken of dikke stammen.
De droogte zorgt ervoor dat wortels van wijnstokken op hun zoektocht naar water tot zo’n 20 meter diepte in de rotsbodem doordringen. Toch is het de vetplantjes die tussen de platte stenen van de terrasmuurtjes groeien, niet aan te zien dat ze strijd moeten leveren om aan vocht te komen. Vooral het eerbare navelkruid -bruikbaar als smaakmaker in salade- gedijt goed in de rotsige omgeving.
De wijnen uit de regio Roussillon zijn over het algemeen droog en kruidig van smaak. Karakteristiek voor Banyuls is echter een zoete, rode wijn die heel Frankrijk kent als miswijn. De negentiende-eeuwse wetenschapper Louis Pasteur schreef er versterkende eigenschappen aan toe, waarop producenten de drank in medicijnflesjes stopten en als geneesmiddel verkochten.
Waar geen wijnstokken staan, vormen planten en bloemen een kleurig en geurig veldboeket: gele brem, rood slangenkruid en paarse wilde lavendel. Ook de cactus gedijt er goed. De rode vruchten van de rondbladige plant zijn eetbaar, maar alleen met hulpmiddelen als een spaghettitang te plukken. Wie het zonder probeert, zal ongetwijfeld kennismaken met de miljoenen kleine stekels die het huidje van de cactus beschermen.
Catalaans
De laatste geitenhoeder van de streek, monsieur Anicet (79), trekt er iedere dag opuit met zijn kudde en twee honden. Met het hele gezelschap zwerft hij langs wijngaarden en door struikgewas. In het domein dat hij doorwandelt, is hij inmiddels een levende legende, zoals blijkt uit het ”Chemin de Anicet”, een pad door de wijngaarden dat naar hem is vernoemd.
In het Catalaanse dialect dat hij spreekt, klinkt het roerige verleden van de grensstreek door. De pittige uitspraak en de scherpe klank hebben niets weg van het zangerige Frans, maar des temeer van het Spaans van de zuiderburen.
Spaans georiënteerd stukje Frankrijk
Het Zuid Franse departement Pyrénées Orientales heeft een heel eigen karakter. Neem alleen al het feit dat de bevolking er meer opheeft met Spanje dan met het eigen land. Gezien de geschiedenis is dat ook niet zo verwonderlijk.
In de middeleeuwen behoorde de streek tot het Spaanse huis van Aragon. Vanaf 1276 viel het onder het toezicht van de koning van Mallorca. In Perpignan –de belangrijkste stad van het vorstendom op het vasteland– liet de monarch een groot paleis bouwen. Vandaag de dag is de residentie een van de toeristische trekpleisters van de provinciestad.
Pas sinds de ondertekening van het Vredesverdrag van de Pyreneeën in 1659 behoort de oostelijke uitloper van de bergketen definitief tot Frankrijk. Maar de Spaanse achtergrond blijft voortleven in het Catalaanse dialect, het volksdansen en de stierengevechten. En winkels, restaurants en huizen voeren nog altijd namen met ”casa” in plaats van ”maison”.
Zie ook www.sunfrance.com, www.franceguide.com (Nederlandstalig).