Honderdduizenden op de been voor 1 meivieringen
Vele honderdduizenden mensen, vooral leden van vakbonden en linkse politieke organisaties, hebben de Dag van Arbeid aangegrepen om te demonstreren voor betere arbeidersrechten. In West–Europa bleven de meeste manifestaties beperkt van omvang, op andere plaatsen in de wereld waren er massale betogingen, voor een deel ook gericht op de internationaal gestegen voedselprijzen.
In het communistische Cuba was er als vanouds een enorme menigte op been, maar ook in onder meer Uganda, Kenia, Rwanda, India, Pakistan, Thailand, Japan en Indonesië waren er grote betogingen. Volgens de politie in de hoofdstad Jakarta waren er zeker 10.000 agenten ingezet om te komen dat er rellen zouden uitbreken.In Rusland en in verscheidene voormalige sovjetrepublieken waren er traditionele manifestaties en protestmarsen. Dat gold ook voor het formeel nog communistische China, waar de nationale feestdag uitmondde in een verkeerschaos door dagjesmensen in en rond de hoofdstad Peking.
Voor zover bekend liep het alleen in Turkije echt uit de hand. De oproerpolitie zette waterkannonen en traangas in tegen een menigte die in het centrum van Istanbul de Dag van de Arbeid wilde vieren. De Turkse autoriteiten hadden de bijeenkomst verboden. De politie verrichtte meer dan vijfhonderd arrestaties.
Verscheidene Turkse vakbonden hadden 500.000 mensen in het centrum van Istanbul willen samenbrengen. De relatie tussen de bonden en de Turkse regering is gespannen. De bonden zien niet in de hervorming van het stelsel van de sociale voorzieningen, omdat daardoor de pensioengerechtigde leeftijd omhoog gaat.
Na het optreden van de ordetroepen besloten de bonden hun bijeenkomst in Istanbul niet te laten doorgaan.
In Griekenland waren er stakingen in de transportsector en in het openbaar vervoer. Ook journalisten werkten niet of nauwelijks. De stakingen waren een protest tegen hervormingen van het pensioenstelsel en toenemende privateseringen.