De beslissing van de moslimbeweging om zichzelf op te heffen heeft niets te maken met het harde optreden van het Indonesische leger tegen islamitische militanten, aldus Achmad Michdan, de juridisch adviseur van Laskar Jihad. De reden voor het besluit is het verzet van moslimgeestelijken in Indonesië en de Arabische wereld tegen de leerstellingen van de leider van de beweging, Jafar Umar Thalib, aldus Michdan. Thalib staat overigens in de Indonesische hoofdstad Jakarta terecht wegens het aanzetten tot geweld tegen christenen op de Molukken.

De Indonesische politie heeft gezegd dat zo’n 500 strijders van de Laskar Jihad dinsdag de Molukken per schip hebben verlaten en naar Java zijn vertrokken. Een woordvoerder van de beweging zegt dat nog eens 1500 strijders de Molukken deze week zullen verlaten.

De Laskar Jihad (Soldaten van de heilige oorlog), werd in 2000 opgericht om moslims bij te staan in het conflict met christenen op de Molukken. Na de aankomst van de Laskar Jihad liep het conflict volledig uit de hand. Ongeveer 9000 mensen zijn bij de strijd om het leven gekomen, voor het merendeel christelijke Molukkers.

Volgens een aantal deskundigen werkte het Indonesische leger samen met de Laskar Jihad, onder meer bij het uitvoeren van gezamenlijke aanvallen op christelijke dorpen en door de beweging niets in de weg te leggen bij de aanvoer van strijders en militair materieel naar de Molukken. Op het hoogtepunt van de strijd waren er ongeveer 3000 strijders op de Molukken. In februari van dit jaar werd een staakt-het-vuren overeengekomen tussen de moslimstrijders, het leger en christelijke milities.

De Laskar Jihad wordt overigens niet in verband gebracht met de terroristische aanslag op Bali waarbij zaterdag meer dan 180 mensen om leven kwamen.