Revolutie in de huiskamer
Journalistiek is haar vak, feminisme haar levensovertuiging. Cisca Dresselhuys nam deze maand afscheid als hoofdredacteur van het opinieblad Opzij. „Ik zeg niet: Als vrouwen aan de macht komen, wordt het hier een paradijs. Vrouwen zijn ook mensen en dus niet volmaakt. Maar als de invloed van vrouwen niets uitmaakt, zou ik teleurgesteld zijn.”
Jarenlang vocht Cisca Dresselhuys in het maandblad Opzij voor vrouwenemancipatie, voor de pil en abortus, voor betaalde banen en kinderopvang, voor gelijke rechten in de maatschappij. „Biologische verschillen tussen man en vrouw bestaan. Dat zal ik uiteraard niet ontkennen. Die verschillen mogen we niet aangrijpen om bepaalde gebieden voor vrouwen af te sluiten. Daarom vind ik dat de SGP geen overheidssubsidie moet krijgen zolang ze vrouwen discrimineert.”De SGP discrimineert geen vrouwen, maar heeft een eigen visie op de man-vrouwverhouding.
„Politieke partijen zijn een groot maatschappelijk goed. Daarom moet iedere partij in alle opzichten openstaan voor vrouwen. Er zijn vrouwen die zich inhoudelijk helemaal kunnen vinden in de standpunten van de SGP, alleen niet wat betreft het vrouwenstandpunt. Maar dat is een kwestie van tijd. Veel jonge SGP-vrouwen denken er op dit moment al anders over dan het partijbestuur.”
Was het SGP-standpunt de reden dat Van der Vlies laag scoorde op uw feministische meetlat?
„Rouvoet scoorde even laag. Allebei willen ze het feminisme bestrijden, dat mag ik niet belonen. Toch heb ik goede herinneringen aan die gesprekken. Rouvoet deelt het standpunt van Van der Vlies over vrouwen in de politiek niet. Ook vermoed ik dat Van der Vlies er weer genuanceerder over denkt dan SGP-partijvoorzitter Kolijn.”
Volgens de filosoof Herbert Marcuse is de feministische revolutie de meest radicale en grondige uit de geschiedenis.
„Die is inderdaad ingrijpender dan welke politieke revolutie ook, communistisch of socialistisch. De feministische revolutie wordt in de eigen huiskamer uitgevochten: hoe gaan we de lusten en lasten van werk en zorg gelijk verdelen? Daarover moeten ouders met elkaar praten vóórdat er kinderen komen.”
Feministen zien kinderen als een belemmering van de zelfontplooiing?
„Nu roept u een typisch vijandbeeld op. Daar houd ik niet van. Een kind is door man en vrouw gewenst. Het is een afhankelijk wezentje dat zorg nodig heeft. Dat probleem moeten ouders samen eerlijk oplossen. Een vierdaagse werkweek voor man en vrouw lijkt me daarom ideaal.”
Waarbij de kinderen gemakshalve worden uitbesteed.
„In de praktijk betekent het dat kinderen drie dagen naar de kinderopvang gaan. Daar kunnen ze leuk spelen. Gezien het gemiddelde van 1,7 kind per Nederlands gezin is dat juist goed voor ze. Zo leren ze tenminste met andere kinderen omgaan.”
Zodat hun ouders zich onbelemmerd op hun eigen carrière kunnen storten.
„Lang niet iedereen heeft het talent om een enorme carrière op te bouwen.”
Maakt het opbouwen van een carrière per definitie gelukkig?
„Dat hoeft niet, want er zijn ook heel vervelende carrières.”
Er is niets op tegen als een stel beslist dat de vrouw meer thuis is dan de man.
„Ik ben er principieel voor dat mensen zichzelf financieel kunnen bedruipen. Bovendien ben ik opgevoed met de gedachte dat je je talenten moet ontwikkelen.”
Die talenten hoeven toch niet per se binnen het arbeidsproces ontwikkeld te worden?
„Vrouwen hebben niet alleen een verzorgende, maar ook een intellectuele kant. Met dat intellect lever je een bijdrage aan de maatschappij; dat besteed je niet aan de andijviestamppot. Het moederschap is geen levensvullende taak, of je moet tien kinderen hebben. Met een baan verbreed je je horizon en je sociale leven, en je bent financieel onafhankelijk.”
Feministes hebben daarmee voor vrouwen het recht op totale uitputting verworven.
„De uitputting slaat toe als je geen enkele keuze weet te maken en alles in je eentje wilt doen. Waarom vraag je ’t niet aan je man, die is toch ook verantwoordelijk? Het gevolg lijkt altijd te zijn: ik ga wat minder werken, en niet: mijn man gaat meer meehelpen. Dan denk ik: Vrouwen, is dát nou de oplossing?”
Vrouwen die vreugde beleven aan hun rol van huisvrouw en moeder kunnen zich door u bedreigd voelen.
„Ze worden helemaal niet door mij bedreigd. Ik kom echt niet met een pistool langs, ik probeer hun alleen te overtuigen met mijn artikelen. Die angst van vrouwen heb ik vaak gevoeld, en ik heb er bij het ouder worden ook wel meer begrip voor gekregen. Misschien is een traditioneel leven ook wel een veilig leven. Maar als vrouwen zich meer willen ontplooien dan ze nu doen, dan heb ik daarvoor gevochten.”
In de praktijk blijkt dat de meeste vrouwen parttime willen werken en dus niet aan de top komen.
„Daarom zeg ik ook: ga vier dagen per week werken. Als vrouwen dat niet willen, is dat jammer. Dan blijven we zitten met een mannenmaatschappij.”
De stabiliteit en de rust in het gezin worden aangetast als beide ouders vier dagen werken.
„Ik heb vroeger gevochten tegen huiselijk geweld en incest, met blijf-van-mijn-lijfhuizen. Daar hebben we reformatorische mensen nooit gezien, al komen misstanden ook in hun kringen voor. Dát vind ik veel meer een aantasting van wat er in gezinnen gebeurt. Het probleem is dat mensen gewoon niet kúnnen opvoeden. Waarom zouden er anders zo veel opvoedingscursussen bestaan?”
Misschien wel omdat ouders steeds minder tijd voor hun kinderen hebben?
„Dat weet ik niet. Misschien is het voor ouders en kinderen wel veel beter als ze niet voortdurend op elkaars lip zitten, met alle irritaties van dien.”
Demograaf Jan Latten stelt dat de huidige scheidingscultuur alles te maken heeft met vrouwenemancipatie en individualisering.
„Er zijn veel echtscheidingen omdat mensen vandaag financieel onafhankelijker zijn dan vroeger. Maar ik denk dat je vroeger evenveel slechte huwelijken had. Toen bleven mensen uit armoe bij elkaar.”
U loopt weg voor de nadelige gevolgen van het feminisme.
„Ik geef toe dat er fouten zijn gemaakt bij het begin van de tweede feministische golf. Toen zijn er fouten gemaakt. Vrouwen roken de vrijheid en gingen er als een speer vandoor, terwijl hun mannen het niet konden bijbenen. Dat is jammer geweest, al weet ik niet of het voorkomen had kunnen worden.”
U hebt het vaak over zelfontplooiing, maar waarom niet over zelfverloochening?
„Van het totaal wegcijferen van jezelf is nog nooit iemand gelukkig geworden. Integendeel, het heeft veel mensen kwaad gedaan. Het is helemaal fout om jezelf te verwaarlozen en niet mee te tellen. Wat niet wegneemt dat aandacht voor anderen belangrijk is, maar dat noem ik dan liever solidariteit.”
Solidariteit kan botsen met zelfontplooiing.
„Bij het streven naar eigen geluk en ontplooiing wordt een mens inderdaad begrensd door het geluk van anderen. Het is niet de bedoeling dat je anderen willens en wetens schaadt. Ik redeneer vanuit vrouwenbelangen, maar dat betekent niet dat de belangen van mannen en kinderen daarbij verwaarloosd moeten worden.”
Christenen laten zich niet alleen begrenzen door het geluk van anderen, maar ook door wat de Bijbel zegt.
„Geen probleem. Wel is het goed om te beseffen dat mannen het in alle godsdiensten voor het zeggen hebben, en dat dat de kleur van zo’n godsdienst bepaalt.”
De Bijbel is door God geïnspireerd.
„Daar denk ik anders over. Ik zie dat mannen de macht in de kerk naar zich toe getrokken hebben.”
Vaak zijn juist vrouwen betrokken bij de overdracht van het geloof op kinderen.
„Vrouwen zijn traditioneler dan mannen, ze blijven bijvoorbeeld ook langer bij partijen hangen. Vrouwen gaan dus meer naar de kerk en zijn meer pastoraal bezig, maar mannen maken de regels.”
Betekent het geloof iets voor u?
„Daar kan ik weinig over zeggen. Het is erg vaag, meer psychologisch dan religieus ingekleurd. Maar ja, om nu te zeggen dat ik atheïst ben? Mijn ouders zouden zich in hun graf omdraaien. Om die band niet te verbreken, betaal ik nog altijd mijn kerkelijke bijdrage.”
Ten behoeve van de mannen op de preekstoel…
„Ik geef dat geld natuurlijk niet aan een kerk waar alleen maar SGP-mannen op de kansel staan. Er zijn ook vrouwen met talent om te preken. Ik zou het zelf best willen. Maar met Opzij had ik mijn eigengebreide kansel. Ik heb altijd een bepaalde zendingsdrang gehad.”
Het maandblad Opzij (94.000 gedrukte exemplaren) is op dit moment het enige feministische opinietijdschrift. Het tijdschrift is in 1972 opgericht door onder anderen Hedy d’Ancona, in het kabinet-Van Agt II staatssecretaris van Emancipatie en in het kabinet-Lubbers III minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.
Het feminisme is een maatschappelijke stroming die strijdt voor een volledige verandering van de maatschappij. Het streeft niet alleen naar een gelijkwaardige behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen, het wil ook traditionele rolpatronen doorbreken.
Met name de 20e eeuw heeft in het teken gestaan van de strijd voor emancipatie van vrouwen. In 1919 mochten vrouwen na de invoering van het actieve vrouwenkiesrecht voor het eerst naar de stembus. Vooral Wilhelmia Drucker (1847-1925) -een van de eerste Nederlandse feministes- en Aletta Jacobs (1854-1929) -in Nederland de eerste universitair studente, de eerste vrouwelijke arts en de eerste promovenda- ijverden daarvoor.
In 1956 werd de gehuwde vrouw voor de wet handelingsbekwaam en mocht ze daardoor haar eigen beslissingen nemen. Sinds 1971 is de man wettelijk gezien niet langer het hoofd van het gezin.
In Nederland is de feministische club Dolle Mina de bekendste actiegroep. Deze groep voerde rond 1970 actie, met het verkrijgen van gelijke rechten voor vrouwen als doel. Dolle Mina was een bijnaam van Wilhelmina Drucker. Een bekende strijdkreet van de actiegroep luidde: „Baas in eigen buik.” De feministes streden daarmee voor het opnemen van de anticonceptiepil in het ziekenfonds en legalisering van abortus.
Behalve Wilhelmina Drucker, Aletta Jacobs en de icoon van de Nederlandse feministische beweging, Joke Smit (1933-1981), was ook Maria Montessori -nu vooral bekend door de montessorischolen- een gangmaker van vrouwenemancipatie in Nederland. Ze sprak en schreef aan het begin van de 20e eeuw veel over het recht op gelijke arbeid voor mannen en vrouwen, kiesrecht voor vrouwen en de seksuele onderdrukking van vrouwen.
Een van de drijvende krachten van de feministische revolutie in Europa is Simone de Beauvoir (1908-1986). Zij was de levensgezellin van de Franse filosoof Jean-Paul Sartre. In haar boek ”Het andere geslacht” (1949) proclameerde ze als eerste de stelling: „Een vrouw wordt niet als vrouw geboren, maar door de beschaving tot vrouw gemaakt.”
Cisca Dresselhuys was van 1 november 1981 tot haar pensionering op 1 april van dit jaar hoofdredacteur van Opzij. Daarmee geldt ze als hét gezicht van de Nederlandse feministes. De laatste jaren klinkt er echter steeds meer kritiek op haar van andere feministes. Zo zou ze niet radicaal genoeg meer zijn en te belerend optreden. Volgens Janet Vaessen van het vrouwennetwerk Women Inc. is dat ook een van de redenen waarom Opzij nu nog vooral wordt gelezen door 40-plussers.