Aanklacht tegen Karadzic aangepast
Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag heeft de aanklacht tegen de voormalige Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic aangepast. Zodra hij wordt opgepakt en uitgeleverd, kan zijn proces nu sneller beginnen, hopen de aanklagers.
De herziene aanklacht werd in mei 2000 uitgevaardigd en maandag pas openbaar gemaakt. Het aantal onderdelen van de aanklacht is teruggebracht van twintig naar tien. Alleen de ernstigste zijn overgebleven. Desondanks wordt Karadzic nog steeds beschuldigd van alle misdaden waarvan het statuut van het tribunaal melding maakt, waaronder genocide.
De aanklacht tegen Karadzic dateert van juli 1995, net als die tegen zijn voornaamste handlanger, generaal Ratko Mladic. Beiden zijn nog altijd voortvluchtig. De aanklacht tegen Mladic is niet gewijzigd, zegt een woordvoerder van het tribunaal.
Hoofdaanklager Carla Del Ponte heeft maandag de Europese Unie gevraagd meer druk uit te oefenen op Joegoslavië om Mladic op te pakken en uit te leveren. „We weten precies waar hij in Servië zit”, zei Del Ponte na afloop van een vergadering met de ministers van Justitie van de EU-landen in Luxemburg. „Als Milosevic kon worden uitgeleverd, zie ik niet in waarom Mladic niet kan worden uitgeleverd.”
Joegoslavië zegt dat Mladic niet in het land is, maar volgens Del Ponte is dat niet waar en ontbreekt in Joegoslavië de politieke wil om Mladic en Karadzic op te pakken. Mladic wordt volgens Del Ponte nog steeds beschermd door het Joegoslavische leger. Oud-president Slobodan Milosevic werd in juni 2001 door de Servische regering uitgeleverd aan het tribunaal.
Tegelijkertijd riep Del Ponte Groot-Brittannië en Frankrijk op om „kleinere vissen” die zich in Joegoslavië en Rwanda schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdrijven, in eigen land te berechten. Del Ponte is ook verantwoordelijk voor vervolging van misdadigers van de genocide in Rwanda. Het hof in Den Haag is volgens Del Ponte bereid bewijzen te leveren om die berechting sneller te laten verlopen.