LPF-ministers vragen extern advies in crisis
De negen bewindslieden van de LPF schakelen externe adviseurs in om hun samenwerking te verbeteren. De sfeer in het team is vooral bedorven door de onmin tussen de ministers Bomhoff (Volksgezondheid) en Heinsbroek (Economische Zaken). VVD-vice-premier Remkes is er niet gerust op dat de coalitiegenoten de boel nu op orde hebben: „De situatie baart me ernstige zorgen.”
De vier ministers en vijf staatssecretarissen van de Lijst Pim Fortuyn vergaderden zondagavond tot lang na middernacht over de crisis in de partijtop. Maandag verspreidde minister De Boer van Verkeer een verklaring waarin hij namens de negen bewindslieden repte van een „constructief en vruchtbaar” overleg.
Premier Balkenende besprak de situatie maandagavond met de vice-premiers Bomhoff en Remkes. Volgens Balkenende is het zaak dat de LPF de problemen nu snel uit de wereld helpt. Hij zei de kwestie nauwlettend in de gaten te houden. Bomhoff vond het „niet zo’n goede dag” om iets over de LPF-crisis te zeggen.
Het botert al weken totaal niet tussen Bomhoff en Heinsbroek. Volgens VVD-leider Zalm „kunnen ze elkaars bloed wel drinken.” Bomhoff verdenkt Heinsbroek, die het partijleiderschap ambieert, er onder meer van dat deze het vice-premierschap van hem wil overnemen. Heinsbroek liet zich herhaaldelijk erg laatdunkend uit over het optreden van Bomhoff.
Volgens de schriftelijke verklaring van De Boer spraken de bewindslieden daarom over „de ontstane situatie met als uitgangspunt het belang van een goede samenwerking in het kabinet.” Er zijn „concrete afspraken gemaakt om tot een betere samenwerking te komen.” Daarbij worden externe adviseurs ingezet die zich ook bezig zullen houden met „het functioneren van fractie en partij.” Gedacht wordt aan VVD-coryfee Wiegel en de Rotterdamse bestuurskundige Van Schendelen.
Bronnen in de partij bevestigen dat met name Bomhoff en Heinsbroek hebben moeten beloven elkaar te „gedogen.” De kou is daarmee allerminst uit de lucht. Ingewijden wijzen erop dat het niet voor niets is dat de bewindslieden externe adviseurs denken nodig te hebben. LPF-fractielid Hoogendijk noemt dit zelfs ronduit „zwak.” De bewindslieden spreken „op korte termijn” verder over de samenwerking.
De LPF-Tweede-Kamerfractie vergadert woensdag over het lot van fractieleider Wijnschenk. De regionale partijbaronnen willen van Wijnschenk af, evenals het merendeel van de fractie, zo is gebleken uit een rondgang van een aantal LPF’ers langs fractiegenoten. Voormalig fractieleider Herben zou het roer weer in handen moeten nemen.
Herben zei maandagmiddag desgevraagd dat hij fractieleider wordt als Wijnschenk terugtreedt. „Vanuit het kabinet, de coalitiepartijen en de fractie wordt een beroep op mij gedaan. De druk is erg groot, ik kan eigenlijk geen nee meer zeggen”, aldus Herben. Hij zegt een grote verantwoordelijkheid te voelen om het fractievoorzitterschap over te nemen. Herben gaat ervan uit dat hij de leiding heeft „zolang als nodig is. Ik kan nu nog niet voorspellen of dat voor weken, maanden of jaren zal zijn.” Wijnschenk laat via zijn woordvoerder weten dat er pas morgen tijdens het fractieberaad een beslissing valt.
Intussen is er grote commotie ontstaan over het LPF-kamerlid De Graaf. Volgens bronnen binnen de LPF zou hij zijn hoge plaats op de LPF-kandidatenlijst van Fortuyn hebben gekocht voor 25.000 euro. De Graaf ontkent dit, maar de geruchten zijn zo hardnekkig dat kamervoorzitter Weisglas het openbaar ministerie om nader onderzoek heeft gevraagd. De Graaf zegt blij te zijn met het onderzoek. Hij zou 25.000 euro hebben willen doneren voordat hij wist dat hij op de kandidatenlijst kon komen. Toen hij eenmaal kandidaat was, heeft hij van donatie afgezien om niet de schijn van omkoping te wekken.