De minister van Economische Zaken, Domingo Cavallo, heeft zaterdagavond in Buenos Aires bekendgemaakt dat de Argentijnen de komende drie maanden nog slechts beperkt aan hun geld kunnen komen.

Hij zei dat de maximale geldopname per week 250 pesos bedraagt, wat eenzelfde waarde in dollars betekent. Op buitenlandse reizen mogen de Argentijnen niet meer dan duizend dollar meenemen.

Vrijdag alleen al zou 400 miljoen dollar zijn opgenomen. Sinds juni hebben Argentijnen al voor 10 miljard dollar, wat neerkomt op 14 procent van alle banktegoeden, van hun rekeningen gehaald.

Cavallo wil dat de Argentijnen hun geld in ieder geval op de bank laten staan zo lang hij bezig is de enorme schulden van het land te herstructureren. De banken in Argentinië zijn opgelucht, maar de vakbonden zijn razend. Cavallo en de internationale monetaire organisaties nemen volgens de bonden het schaarse spaargeld en de lage inkomens van de kleine burger in Argentinië „in gijzeling.”

Financieel analisten vermoeden dat Cavallo en president De la Rua met de maatregel een eerste stap zetten op weg naar de dollar, die de Argentijnse peso moet gaan vervangen als munteenheid. „Drastische maatregelen zijn nodig om de steeds slechter wordende economische situatie het hoofd te bieden”, meent een waarnemer.

Argentinië koppelde in 1991 de peso aan de dollar, in een poging een einde te maken aan de toen torenhoge inflatie. Maar juist diezelde koppeling pakte de laatste jaren nadelig uit. Mede door de hoge dollarkoers verkeert Argentinië al drie jaar in een economische crisis.

De noodsituatie verergerde dit voorjaar toen twijfel rees of Argentinië wel aan zijn schuldverplichtingen kon voldoen. Het land staat voor 132 miljard dollar in het rood. Het probeert met zijn belangrijkste crediteuren tot een herstructurering van zijn belangrijkste schulden te komen. Cavallo heeft bericht dat daarbij pas zeer grote vooruitgang is geboekt.