Buitenland

„Dit was de eerste en de laatste keer op Bali”

Het ene na het andere zwartgeblakerde lichaam wordt naar buiten gedragen, enkele uren nadat voor de Sari Club in Kuta op het Indonesische eiland Bali een autobom is ontploft. Bij de aanslag op de nachtclub, die werd bezocht door vakantiegangers uit de hele wereld, vielen zeker 187 doden, onder wie veel Australiërs. Honderden mensen raakten gewond.

Buitenlandredactie
14 October 2002 09:00Gewijzigd op 13 November 2020 23:52

Van de Sari Club was zondag slechts een rokende puinhoop over. Van discotheken, restaurants en een hotel in de directe omgeving van de nachtclub is het dak weggeblazen en zijn muren ingestort.

„Ik heb mensen in mijn armen zien sterven”, vertelt H. Kruse uit Amsterdam. Hij gaat donderdag terug naar Nederland. Maar de vakantie is voor hem eigenlijk al afgelopen. „Het is ongelofelijk wat daar is gebeurd. Ik kan het nog niet goed bevatten”, aldus de geëmotioneerde Amsterdammer.

„Ik hoorde zaterdagavond tegen kwart over elf een enorme knal. Mijn maat en ik zijn direct naar de plaats van de ontploffing gegaan en hebben hulp geboden. Wat ik daar heb gezien, hoop ik nooit meer te hoeven zien. Overal lagen ledematen en waar ik ook keek waren dode mensen. Ingewanden van mensen werden teruggedrukt in hun buik en ze werden met gewone tape verbonden. Er waren bijna geen medische hulpmiddelen.

Ik heb een Spaanssprekend meisje uit de vlammenzee gehaald. Ze had een arm verloren en ik heb haar naar een noodziekenhuis gebracht. Ze zei tegen me dat ik haar niet alleen mocht laten. Vanochtend in het ziekenhuis hoorde ik dat ze het niet heeft gehaald. Ik ben er kapot van.”

Er waren op het moment van de aanslagen veel toeristen in de club. Volgens Kruse mochten toeristen gratis naar binnen en moesten Indonesiërs een stevige toegangsprijs betalen. „Ik hoorde dat ze het zo gedaan hebben om hoeren en pooiers buiten de deur te houden. Het was echt een plek voor toeristen.” Volgens de lokale bevolking voerde de club zelfs het beleid om Indonesiërs helemaal niet toe te laten.

M. Weijenberg uit Amersfoort weet nog een reden waarom juist de Sari Club is uitgekozen voor de aanslag. „De manager van ons hotel vertelde dat de eigenaar van de club een Amerikaan is. Amerikanen en Australiërs zijn niet zo geliefd. Het is natuurlijk wel verschrikkelijk wat er gebeurd is, maar ik laat mijn vakantie er niet door vergallen. Wij gaan gewoon verder.”

Partner B. Weijenberg vertelde wat ze hoorde: „Ik hoorde een enorme knal en vroeg me af of het een bom was. Daarna ging ik maar weer slapen. Gisterochtend liep ik naar buiten en het leek alsof alles gewoon zijn gangetje verder ging. Pas nadat ik al het gebroken glas zag, begreep ik dat er iets heel ergs was gebeurd.”

Het echtpaar laat zich niet afschrikken door de enorme aanslag. „Maar bij ons in het hotel willen mensen zo snel mogelijk naar huis”, vertelde M. Weijenberg. „Ze zijn echt bang. Natuurlijk zijn we zelf erg geschrokken. Het terrorisme komt zo wel heel dichtbij. Ik vind het echter veel erger voor de mensen hier, want ik denk dat het gedaan is met het toerisme en dat moet een enorme slag zijn.”

Amos Libby, een 25-jarige Amerikaan, vertelt dat hij op het moment van de explosie net langs de nachtclub liep. „Ik werd van de grond getild. Alle gebouwen in de omgeving stortten gewoonweg in, auto’s werden omver geblazen en puin van de gebouwen kwam op de auto’s terecht”, zegt hij. „Mensen die ik twee of drie dagen geleden heb leren kennen, komen nooit meer thuis. Ik heb nog nooit zoiets afschuwelijks gezien. Er waren zoveel mensen, van een jaar of 18, 20, verminkte mensen die op straat lagen.”

De 33-jarige Robert Detti uit Californië lag te slapen in zijn hotel achter de Sari Club toen de bom ontplofte. „Mijn bed vloog door de lucht. Het dak van mijn hotel stortte in. Ik wist te ontkomen en rende naar de nachtclub. Mensen renden er brandend rond.”

Uit angst voor een nieuwe aanslag pakken veel toeristen op Bali snel hun koffers. De Indonesische autoriteiten gaan ervan uit dat de aanslag op de Sari Club het werk is geweest van terroristen.

Bij zonsopgang was zondag nog overal bloed te zien. Ergens op een dak lag een been. Op de stoep een verkoolde hand. Overal op de weg lagen schoenen en sandalen. De omgeving van de nachtclub was door de politie afgesloten. Bomexperts doorzochten het puin. Een paar toeristen keken van een afstandje verdwaasd toe, maar de meesten kwamen hun hotels niet uit en stelden alles in het werk om zo snel mogelijk op het vliegtuig te kunnen stappen, weg van Bali. Op het vliegveld zaten toeristen op de grond, in afwachting van een vlucht.

„Dit was de eerste en de laatste keer dat ik op Bali ben geweest”, zegt de 30-jarige Lee Eldred uit het Engelse Kent.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer