Ecevit waarschuwt tegen Koerdische staat in Noord-Irak
De Turkse minister-president Bulent Ecevit heeft zondag gezegd dat de creatie van een Koerdische staat in het noorden van Irak kan leiden tot een opleving van de strijd van de Turkse Koerden.
Turkije staat zeer sceptisch tegenover de plannen van de VS om de Iraakse leider Saddam Hussein omver te werpen. Het is bang dat de Koerden, die nu een autonoom gebied in Noord-Irak beheren, van de gelegenheid gebruik zullen maken om met de steun van de VS een eigen staat uit te roepen, waarna ook de binnenlandse strijd in Turkije weer zou kunnen opleven, aldus Ecevit zondag in de krant Milliyet. Eind vorige week werd bekend dat de Iraakse Koerden tot woede van de Turkse regering al een grondwet hebben opgesteld voor een de facto Koerdische staat.
Gevraagd of de Koerden daarin aangemoedigd worden door de VS antwoordde Ecevit dat de regering van president George Bush zelfs leiding lijkt te geven aan het streven van de Koerden naar een eigen staat. Turkije zal binnenkort een sterk geformuleerd diplomatiek protest indienen tegen dat beleid van Washington, aldus Ecevit.
De VS zeggen dat de territoriale integriteit van Irak bij een mogelijke aanval op Saddam Hussein niet ter discussie staat en dat het opdelen van het land geen deel uitmaakt van het beleid van de VS. Wel probeert Washington alle oppositiegroeperingen tegen Saddam te bundelen, aldus een zegsman van de Amerikaanse regering.
Het regime van Saddam heeft sinds het einde van de Golfoorlog in 1991 in het grootste deel van Noord-Irak niets meer te zeggen. De Patriottistische Unie van Koerdistan en de Koerdische Democratische Partij maken samen de dienst uit in het grootste deel van het gebied.
De Amerikaanse krant The New York times meldde zaterdag dat Irak per brief aan de wapeninspectieteams van de Verenigde Naties nieuwe voorwaarden heeft gesteld aan de eerder overeengekomen inspecties.
De brief is gericht aan zowel het hoofd van het wapeninspectieteam Unmovic, Hans Blix, als aan directeur Mohamed El-Baradei van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA), dat over nucleaire wapens gaat. Schrijver van de brief is generaal Amir Hammudi al-Saadi, een adviseur van de Iraakse president Saddam Hussein.
In de brief bevestigt al-Saadi de bereidheid de inspectieteams op 19 oktober te ontvangen, zoals op 1 oktober is afgesproken met Blix en el-Baradei. Hij voegt er wel aan toe dat er voor diensten, uitrusting, begeleiding en bescherming moet worden betaald, „omdat we denken dat als dergelijke diensten tegen betaling worden verleend, dat feit verzekert dat die efficiënt en op tijd zijn, en dat zou het werk van de twee organisaties vergemakkelijken”, zo luidt zijn verklaring.
Verder stelt de Iraakse adviseur dat de veiligheid van Unmovic en de IAEA in de lucht niet kan worden gegarandeerd. Dat zou wel kunnen als de door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië gecontroleerde no-fly-zones boven Irak werden afgeschaft, legt hij uit.
Tot besluit herinnert al-Saadi er in zijn brief aan dat Irak de terugkeer van wapeninspecteurs toestaat om te bewijzen dat Irak geen massavernietigingswapens heeft en, zoals hij schrijft „net zo belangrijk”, om te komen tot een samenhangende oplossing, inclusief opheffing van de sancties tegen Irak.
Over de acht presidentiële paleizen van Saddam Hussein staat in de brief alleen dat Irak ervan op de hoogte is dat de VN daar ongehinderd wil kunnen inspecteren. Volgens de overeenkomst uit 1998 met de VN mogen de inspecteurs alleen onder begeleiding binnen kijken en niet onaangekondigd. In 1998 was het resultaat daarvan dat het team geen wapens vond, maar wel aanwijzingen dat er onlangs grote verhuizingen hadden plaatsgevonden. De Verenigde Staten gaan ervan uit dat vooral de paleizen dienen als opslagplaats voor wapens.
De Russische president Poetin is na gesprekken in Moskou met de Britse premier Blair niet van mening veranderd ten aanzien van Irak. De Russische media melden zaterdag dat Poetin niet heeft toegegeven omdat hij de ontvangen informatie over de productie van massavernietigingswapens door Irak „niet objectief” beschouwt. Het Britse dagblad The Independent stelt het zaterdag op de voorpagina wat harder: Poetin verwerpt „de Britse propaganda” en „Blairs missie in Moskou mislukt.”
Het Russische blad Novje Izvestia heeft geschreven dat Groot-Brittannië noch de VS Rusland hebben kunnen garanderen dat Moskou oliedeals kan afsluiten met het regime dat Saddam Hussein zou opvolgen. De Amerikanen maken zelfs plannen die ervan uitgaan dat er een Amerikaans generaalsbewind komt, zoals in Japan vlak na de Tweede Wereldoorlog.
Niettemin heeft Poetin tegenover Blair voor het eerst publiekelijk gezegd dat hij openstaat voor een nieuwe resolutie voor Irak. Die kan eventueel ertoe bijdragen dat de wapeninspecteurs ongehinderd hun werk doen.
De vijf permanente leden van de Veiligheidsraad hebben vetorecht. Het zijn China, Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en de VS. Irak is sinds 1990 met strenge VN-sancties als drukmiddel verplicht zich controleerbaar te ontdoen van massavernietigingswapens. De internationale gemeenschap heeft mede door toedoen van de Iraakse regering nog steeds niet kunnen vaststellen dat Irak geen massavernietigingswapens heeft.