Berlusconi wil geen staatssteun voor Fiat
De Italiaanse regering zal geen geld uittrekken om de in de problemen verkerende autofabrikant Fiat te helpen.
Dat heeft een woordvoerder van de Italiaanse regering zondagavond bekendgemaakt na een drie uur durend onderhoud tussen premier Silvio Berlusconi en Fiat-voorzitter Paolo Fresco.
In verscheidene fabrieken van Fiat is de afgelopen dagen gestaakt uit protest tegen een aangekondigde sanering waarbij het aantal arbeidsplaatsen met 20 procent moet worden teruggebracht, ruim achtduizend banen, en een Fiat-fabriek in Sicilië gesloten zou moeten worden. Volgens Fiat zullen overigens slechts vijfhonderd arbeidsplaatsen door middel van gedwongen ontslagen geschrapt worden.
Na afloop van de ontmoeting tussen Berlusconi en Fresco in de privé-villa van Berlusconi in de buurt van Milaan verklaarde de Italiaanse regering dat ze een tegenstander is van het sluiten van een of meerdere productiefaciliteiten van Fiat en dat de sanering van het bedrijf waarschijnlijk zonder bedrijfssluitingen kan worden uitgevoerd. Op financiële steun van regeringszijde hoeft daarbij echter niet te worden gerekend.
Fiat is er op gebrand om uit de rode cijfers te komen omdat er plannen zijn om de automobieldivisie van het bedrijf te verkopen aan de Amerikaanse fabrikant General Motors. Dat nam in 2000 een belang van 20 procent in Fiat en kan op basis van de toen gesloten overeenkomst onder omstandigheden gedwongen worden om ook de rest van het aandelenpakket van Fiat over te nemen.