Het voedseltekort waar Noord–Korea in 2007 mee kampte dreigt dit jaar te verdubbelen, volgens schattingen van de VN. Hevige overstromingen vorige zomer in Noord–Korea zorgen voor een schrale oogst dit jaar. Zuid–Korea en China, buurlanden die vaak als donor optraden, zijn minder happig dan vroeger om te hulp te schieten. Het WFP heeft er bij Noord–Korea op aangedrongen hulpinstanties meer ruimte te geven in het land. Landen die voedsel verstrekken aan het WFP willen dat er op toe wordt gezien dat de hulp ook aankomt bij degenen die de hulp het hardst nodig hebben.Voor het eerst geeft ook de Noord–Koreaanse regering toe dat de voedseldistributie spaak loopt, meldde de WFP–landenco(rdinator voor Noord–Korea, Jean–Pierre de Margerie. In meer dan vijftig districten zijn de rantsoenen beperkt of helemaal afgeschaft. Wie het zich kan veroorloven probeert op de vrije markt aan eten te komen, maar daar zijn de prijzen het afgelopen jaar verdubbeld. Een kilo rijst kost nu eenderde van een gemiddeld maandsalaris.

In 2006 verzocht Noord–Korea het WFP zijn activiteiten in het land te reduceren. De VN–organisatie voorzag meer dan zes miljoen Noord–Koreanen van voedsel, maar bracht dit terug tot 1,1 miljoen. Nog steeds lijden ongeveer 6,5 van de 23 miljoen inwoners aan een tekort aan voedsel en dat aantal stijgt waarschijnlijk als er geen actie ondernomen wordt.

Sinds de jaren negentig kampt Noord–Korea regelmatig met voedseltekorten, door natuurrampen, falend beleid en de verdwenen bescherming van de Sovjet–Unie. Schattingen van door honger omgekomen slachtoffers lopen op tot twee miljoen. Buurland Zuid–Korea was een belangrijke voedseldonor, maar de huidige conservatieve regering eist meer tegenprestaties van Pyongyang dan de liberale regeringen van de afgelopen tien jaar.