Advocaat: CGB wijzigt koers over trouwambtenaar
De CGB-uitspraak dat er niet langer ruimte moet zijn voor bezwaarde trouwambtenaren is „duidelijk een verschuiving” met eerdere uitspraken, constateert mr. S. O. Voogt van Moree Gelderblom Advocaten.
Voogt verdedigde eerder onder andere de bezwaarde trouwambenaar Eringa uit Leeuwarden. „In de zaak in Leeuwarden heeft de CGB heel uitdrukkelijk uitgesproken dat er geen sprake was van een probleem als er alternatieven voorhanden zijn. Nu wil men zelfs geen uitzondering meer voor bestaande trouwambtenaren met morele bezwaren tegen het sluiten van een homohuwelijk. Dat is absoluut een koerswijziging.”Voor Voogt komt de uitspraak desondanks niet geheel onverwacht. „Voorzitter Castermans van de CGB had al eerder aangegeven niet gelukkig te zijn met de huidige praktijk. Dit zat er wel aan te komen, al gaat het nu wel erg snel.”
Overigens is het volgens de advocaat niet gezegd dat een eventuele rechter zonder meer meegaat in de nieuwe lijn van de CGB. „Weliswaar laat de rechter het oordeel van de CGB zwaar wegen, maar hier doet zich het geval voor dat de CGB enkele jaren geleden nog andere dingen heeft gezegd. De vraag is dus vooral: wélke uitspraak laat de rechter het zwaarst wegen? Het is zeker niet zo dat dit automatisch de meest recente is.”
Voogt verdedigt ook de SGP in de kwestie van het vrouwenlidmaatschap. Ook in die zaak botsen artikel 1 van de grondwet, het antidiscriminatiebeginsel, en artikel 6, de vrijheid van godsdienst, met elkaar. De advocaat is huiverig om te constateren dat artikel 1 steeds meer prevaleert boven artikel 6. „Dat kun je niet op basis van deze ene uitspraak zeggen. De rechter heeft tot nu toe ook verschillend geoordeeld in de zaak over de SGP. Als je specifiek kijkt naar deze uitspraak van de CGB, laat die natuurlijk wel een ontwikkeling zien die meer is gestoeld op artikel 1 dan artikel 6, maar het is te kort door de bocht om te stellen dat artikel 1 in z’n algemeenheid steeds meer de leidraad vormt.”