Het openbaar ministerie heeft deze week de Turkse kiesraad gevraagd de partij niet te laten deelnemen omdat ze niet heeft voldaan aan de voorwaarde om in ten minste de helft van alle steden een plaatselijke afdeling op te richten. „Oorlog wordt onvermijdelijk als de strijd met democratische middelen onmogelijk wordt gemaakt”, verklaarde Osman Öcalan vrijdag tegenover het in Duitsland gevestigde Koerdische persbureau Mezopotamya. De kiesraad neemt waarschijnlijk volgende week een besluit over het verzoek van het OM.

Het Turkse Constitutionele Hof heeft de afgelopen tijd al driemaal een Koerdische partij verboden verklaard wegens banden met de Koerdische rebellen. De Democratische Volkspartij zal naar verwachting in het zuidoosten van Turkije, waar de meeste Koerden wonen, een grote verkiezingsoverwinning behalen als de partij mag meedoen aan de verkiezingen, maar nationaal niet de kiesdrempel van 10 procent halen.

Abdullah Öcalan, de in 1999 gearresteerde leider van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), heeft na zijn aanhouding een eenzijdig bestand uitgeroepen, maar het Turkse leger heeft dat verworpen. Hoewel het geweld de afgelopen jaren aanzienlijk is afgenomen, wordt er nog steeds gevochten tussen het regeringsleger en de rebellen. Bij de al 15 jaar durende strijd zijn ongeveer 37.000 mensen om het leven gekomen, voor het merendeel Koerdische strijders en burgers. De PKK heeft eerder dit jaar zijn naam veranderd in het Koerdisch Congres voor Vrijheid en Democratie (Kadek), maar streeft volgens de Turkse regering nog steeds naar een onafhankelijke staat in delen van Turkije.