Iers referendum is test democratie Europese Unie
Het groene licht voor de uitbreiding van de EU met tien ’uitverkoren’ staten mag dan officieel gegeven zijn, de sleutel tot de toelating ligt nog altijd bij de Ieren. Officieel beslissen zij volgende week of het feestje door mag gaan.
De Irish Times publiceerde donderdag een verslag waarin werd vermeld dat de EU-ministers nog wel een oplossing achter de hand hebben, mochten de Ieren volgende week de uitbreiding van de EU verwerpen door voor de tweede keer ”nee” tegen het verdrag van Nice te zeggen.
Als de Ierse bevolking ”nee” zegt, moet het parlement of de regering aan de rest van Europa uitleggen wat dat ”nee” betekent, zou een EU-diplomaat hebben gezegd. En als de Ieren met hun ”nee” iets anders bedoelen dan dat ze tegen de uitbreiding van Europa zijn, kan het uitbreidingsfeestje alsnog doorgaan. Niet dat daarmee alle problemen zijn opgelost, integendeel, maar een blokkade zou wel van de baan zijn.
Als door een wesp gestoken kwam de Ierse regering nog dezelfde dag met een verklaring dat het bericht onjuist is. De regering zal de wil van het volk respecteren.
Volgens EU-voorzitter Romano Prodi is een aanvaarding van het verdrag noodzakelijk voor de uitbreiding. Hij zei er niet aan te moeten denken dat het wordt verworpen, want er zou geen ”plan B” zijn. De gedachte dat het verdrag wordt verworpen, bezorgt menig Europeaan slapeloze nachten. Het opnieuw beginnen van de onderhandelingen zou zoiets zijn als het openen van de doos van Pandora.
Deze week kwamen de Ierse bisschoppen met een verklaring waarin zij de bevolking oproepen om ”Yes” te stemmen. Na lang afwegen komen zij tot de conclusie dat de voordelen van de uitbreiding groter zijn dan de nadelen. Hoewel ze dat niet met zoveel woorden zeggen, wordt met de nadelen de immorele invloed van de huidige EU bedoeld. Het zit de Ieren hoog dat items als abortus en euthanasie voelbaar opgedrongen worden. En men is bang dat een zwakke regering de rug niet recht zal kunnen houden.
Dat de kassen van de politieke partijen leeg zijn, kun je aan de nauwelijks merkbare campagnes zien. Bij het referendum over abortus in maart van dit jaar hing op bijna iedere paal een bord met een dwingend advies. Als er nu in de grotere steden een paar campagneborden hangen, is dat al veel.
Wat er wel hangt, werkt op het sentiment. Zo zegt op een van de borden een klein meisje: „Het gaat over mijn toekomst, stem Yes.” Ook verrassend zijn de borden over de werkgelegenheid. Waar voorstanders roepen dat de uitbreiding goed is voor de werkgelegenheid, roepen tegenstanders dat je vooral ”nee” moet stemmen als je Ierse banen wilt redden.
Met nog maar een week te gaan tot het referendum over het verdrag van Nice zou je verwachten dat de Ierse kranten en nieuwsrubrieken bol zouden staan met informatie. Niets is echter minder waar. Pas de laatste dagen komt er langzaam weer wat aandacht. De Ieren hebben op het ogenblik meer aan het hoofd.
Niet alleen houdt het corruptieschandaal rond de oud-minister Burke premier Bertie Ahern en zijn regering in een wurggreep, maar ook de politiek explosieve situatie in Noord-Ierland eist veel aandacht. De Taoiseach, zoals de premier officieel heet, moet in beide gevallen spitsroeden lopen.
Het Goede-Vrijdagakkoord en daarmee de vrede hangen in Noord-Ierland aan een zijden draad. Eigenlijk zou de premier zich hiervoor helemaal moeten kunnen vrijmaken, maar in Ierland lopen de zaken wel heel vaak net even anders dan eigenlijk zou moeten.
De premier had bij de vorige kabinetsformatie de corrupte Ray Burke tot minister benoemd. Deze week kwam het parlement terug van vakantie en mocht de premier uitleg geven. Aanvankelijk weigerde hij zelfs maar één vraag te beantwoorden, want hij was immers niet bij het corruptieschandaal betrokken. Hoewel zijn partij vrijwel de absolute meerderheid heeft, pikte het parlement dit niet.
En zo stond de premier zich met de hem kenmerkende vertederende schutterigheid te verdedigen. Hij verweet oppositiepartij Fine Gael er alleen maar op uit te zijn vervelende vragen te stellen, en niet geïnteresseerd te zijn in de antwoorden. „Het is traditie dat jullie alleen maar vuil opgraven, en daar zijn jullie heel goed in”, beet hij de grootste oppositiepartij toe. Na zijn rede kreeg hij van de regeringspartijen een applaus.
Met een omhaal van woorden kondigde hij enkele weken geleden nog de grootste promotiecampagne aan sinds het referendum over de toetreding van Ierland tot de EU. Door alle perikelen is het gebleven bij iedere avond een televisiespotje met een toelichting over het verdrag van Nice.
Uit een laatste opiniepeiling lijkt de referendumstilte in het voordeel van het ja-kamp te hebben gewerkt. Was vorige week nog maar 27 procent van de Ieren voor, nu zegt 44 procent ”ja” te stemmen . Voor premier Bertie Ahern is dat goed nieuws. In zijn eigen partij wordt af en toe al een mogelijke opvolger genoemd, terwijl de Taoiseach roept dat hij na de volgende verkiezing nog een keer de kar wil trekken.
Vooralsnog lijkt het Ierse referendum de eerste echte test van het democratisch gehalte van de Europese Unie.