Barak geldt als de belangrijkste jurist in Israëls geschiedenis. Hij was in de jaren 1975-1978 procureur-generaal. In 1978 werd hij benoemd tot rechter bij het hooggerechtshof. Van 1995 tot 2006 was hij president van de hoogste rechtbank. Onder zijn presidentschap toetste het hooggerechtshof de beslissingen van het parlement, de Knesset, aan de basiswetten ”vrijheid van beroep” en ”menselijke waardigheid”, die de fundamentele mensenrechten beschermen. Dat had volgens critici tot gevolg dat het parlement minder te vertellen kreeg.In een uitgebreid interview vrijdag met het Israëlische dagblad Ha’aretz uitte Barak zijn ongenoegen. Hij beschuldigde Friedmann ervan de onafhankelijkheid van het rechtswezen aan te tasten, de politiek te veel zeggenschap te laten geven over rechters en de bevoegdheden van de rechtbanken te willen verminderen.

Friedmann bemoeit zich volgens Barak te veel met de rechterlijke macht. Als een rechter promotie wil maken of meer personeel wil aanstellen, dient hij zich tot de minister te wenden. De minister wil, aldus Barak, politici ook meer bevoegdheid geven bij de benoeming van rechters en de mogelijkheden inperken om naar het hooggerechtshof te stappen. Het laatste zal volgens Barak tot gevolg hebben dat organisaties die zich inzetten voor de burgerrechten en de kwaliteit van de overheid zich niet meer tot het hoogste hof kunnen wenden.

Barak zegt dat in een democratie sprake dient te zijn van scheiding van de parlementaire, uitvoerende en rechterlijke macht en bescherming van individuen en minderheden. „Wat minister Friedmann probeert te doen is het wiel terugdraaien. Als hij daarin slaagt, zal Israëls constitutionele democratie verdwijnen.”

Ha’aretz meldde dat minister Friedmann maandag in een toespraak tot de orde van advocaten had gezegd dat hij als minister een rechtssysteem aantrof dat in een crisis verkeerde. De Knesset en de regering klaagden over schending van bevoegdheden door de rechterlijke macht.