„Gemeente moet uitgaan van krimp”
Gemeenten moeten zich beter voorbereiden op de daling van het aantal inwoners. „Krimp is toch echt de nieuwe realiteit.”
Veel gemeenten willen een krimp tegengaan door meer woningen te bouwen. Maar zo’n groeistrategie is contraproductief, leidt tot concurrentie met omliggende gemeenten en kan resulteren in „bouwen voor de leegstand.”Dat stellen de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen in een advies dat gisteren is aangeboden aan staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken. Zij had de raden gevraagd de bestuurlijke en financiële gevolgen van de bevolkingsdaling in kaart te brengen.
„Nederland is niet klaar voor de krimp. Ons denken wordt beheerst door groei”, zei hoogleraar bestuurskunde A. F. A. Korsten maandag bij de presentatie. „Groei betekent feest, lintjes doorknippen, de gemeente op de kaart zetten. Maar krimp is toch echt de nieuwe realiteit.”
De komende twintig jaar krijgt ruim de helft van de gemeenten te maken met een dalend inwonertal. Bij een op de vijf gemeenten zal bovendien sprake zijn van een daling van het aantal huishoudens. Gemeenten met een bevolkingsdaling zien hun inkomsten teruglopen en hebben moeite om hun voorzieningenniveau op peil te houden.
Nu al zien Zuid-Limburg en Noordoost-Groningen zich geconfronteerd met een bevolkingsdaling. In de toekomst zullen ook het zuidwesten van Zeeland, Drenthe en gemeenten uit het midden van het land daarmee te maken krijgen.
Volgens de adviesorganen werkt het averechts als gemeenten, en ook provincies en de rijksoverheid, hun kop in het zand steken. Ze moeten de krimp juist accepteren en heldere keuzes maken. „Minder inwoners betekent minder jongeren en uiteindelijk ook minder scholen. Er is bestuurlijke moed voor nodig om dergelijke keuzes te maken”, schrijven de raden.
Bovendien zouden sommige financiële regelingen tussen Rijk en gemeenten moeten worden aangepast. „Een aantal geldstromen is vrij eenzijdig gericht op groei.”
Staatssecretaris Bijleveld stelde dat een mentale omslag nodig is. „Groei wordt verbonden met termen als ”goed” en ”vooruitgang.” Dat is een misvatting.” Bestuurders moeten volgens haar het „denkkader waarin groei centraal staat” verlaten en alert blijven. „Een woningbouwcorporatie bijvoorbeeld die blijft denken in termen van groei, komt in de problemen”, zei ze.
De bewindsvrouw komt later met een uitgebreidere reactie op het advies. Ze ziet voor zichzelf een regierol weggelegd om alle betrokkenen bewust te maken van de gevolgen van de bevolkingsdaling.