Kerk & religie

Briefwisseling over Israëldebat

In de aanloop naar de vergadering van de generale synode van de Protestantse Kerk op donderdag 10 april, waar gesproken wordt over de verhouding van de kerk met Israël, voeren ds. H. Veldhuis, predikant in Culemborg, en ds. G. H. Abma, predikant in Gouda, een briefwisseling over dit thema.

31 March 2008 08:46Gewijzigd op 14 November 2020 05:41

Beste collega Abma,In deze laatste brief van mijn kant probeer ik ons meningsverschil over de ”onopgeefbare verbondenheid” nog eens te benaderen vanuit een andere invalshoek. Onlangs ontving ik documentatie van de werkgroep Vanuit Jeruzalem waarvan u lid bent. Daarin wordt ook de stichting Een Ander Joods Geluid genoemd, een groep van Nederlandse Joden die uit verbondenheid met Israël diverse vredesinitiatieven ondersteunt (aldus zijn website). Deze mijns inziens integere stichting wordt door uw werkgroep betiteld als „een subversief element in de Joodse gemeenschap.”

Toen ik die zware aantijging las, dacht ik: Hoe zit het nu met de onopgeefbare verbondenheid met alle Joden? Daar horen zij toch ook bij? En al die andere kleine, maar belangrijke vredesgroepen in Israël zelf, zoals B’tselem, Gush Shalom, ICAHD, PCATI, Zochrot, et cetera; en personen zoals Ilan Pappé (die geschreven heeft over de etnische zuivering van Palestina) Uri Avnery en Amos Oz - moeten die volgens u allemaal gezien worden als ”subversieve elementen”? U vindt zelfs dat ons moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland niet had mogen praten met Een Ander Joods Geluid, zo lees ik.

De beschuldiging ”subversief” doet me denken aan de tijd dat ik nauw betrokken was bij de ondersteuning van dissidenten en onafhankelijke groepen in het communistische Tsjechoslowakije. Die dissidenten werden door hun eigen overheid ook vaak betiteld als ”subversief”, een gevaarlijke beschuldiging maar die soms ook werd opgevat als een compliment. Want inderdaad, het spreken van de waarheid kan door de machthebbers ervaren worden als ondermijning van hun onrechtmatige macht.

Na de Tweede Wereldoorlog hebben wij als kerken enigszins geleerd om het zelfverstaan van de Joden als uitgangspunt te nemen, om hen niet in de eerste plaats te zien als object van ons verhaal, maar als subject van hun eigen verhaal. Geldt dit niet álle Joden, zonder onderscheid, temeer als we behalve het respect dat we ieder mens verschuldigd zijn ook nog een onopgeefbare verbondenheid met alle Joden belijden? En als die verbondenheid alle Joden geldt, wat hebben die vredesgroepen ons dan te zeggen?

De Joodse vredesgroepen zijn klein, maar leren we niet uit de Bijbel zelf dat het vaak kleine groepen of profetische eenlingen zijn in wie God Zijn stem laat horen? Veel oudtestamentische profeten werden door eigen volk en leiders bestreden als subversief, een verwijt dat terugkeert in de aanklacht tegen Jezus. Kortom, wat betekent de onopgeefbare verbondenheid van u en de werkgroep voor deze Joodse vredesgroepen?

Ten slotte, uw vraag over Naïm Ateek van Sabeel. Als u mij laat weten op welke artikelen of toespraken u zich baseert, zal ik u van harte antwoorden (eventueel op mijn website). Zo erg als u suggereert, kan het met Ateek niet zijn, want de alom gerespecteerde bisschop Desmond Tutu rekent hem tot zijn persoonlijke vrienden en is al verscheidene jaren beschermheer van Sabeel. Alleen dat al moet ons veel te denken geven.

Met hartelijke groet,

Ds. H. Veldhuis

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer