Frans echtpaar berecht om gruwelmoorden op meisjes
CHARLEVILLLE-MEZIERES - Voor een rechtbank in Charleville-Mézières in de Franse Ardennen is donderdag het proces tegen de 65-jarige Michel Fourniret begonnen. De Fransman is aangeklaagd voor de moord op zeven meisjes en jonge vrouwen in België en Frankrijk tussen 1987 en 2001. De Fransman moet samen met zijn vrouw en medeverdachte Monique Olivier (59) voor de rechter verschijnen. De twee kwamen donderdagochtend rond 8.30 uur aan bij het gerechtsgebouw in Charleville-Mézières.
Ongeveer vijftig mensen zijn opgeroepen om voor de rechter in Charleville-Mézières te getuigen. Fourniret en Olivier zitten tijdens het proces achter kogelvrij glas. Het proces is openbaar en zal naar verwachting twee maanden duren.Fourniret werd in 2003 gearresteerd na een mislukte poging om in België een 13-jarig meisje te ontvoeren. In 2004 bekende hij tegenover de politie een aantal moorden. België leverde Fourniret in januari 2006 aan Frankrijk uit.
Volgens de aanklagers heeft Fourniret gezegd dat hij door maagdelijkheid was geobsedeerd. Hij zou de noodzaak voelen om op zijn minst twee keer per jaar jacht op een maagd te maken. Zijn jongste slachtoffer was 12 jaar, de oudste 22. De Fransman was actief in de Franse en Belgische Ardennen, waar hijzelf ook vandaan komt. Het echtpaar, dat een kind heeft, bewoonde een kasteel in de omgeving van Charleville-Mézières, dat naar verluidt is gekocht met door vervalsingen verkregen geld.
Zijn vrouw Monique Olivier zou haar echtgenoot hebben geholpen bij het in de val lokken van de jonge vrouwen en meisjes. Zij werkte in eerste instantie als vrijwilliger in gevangenissen, waar zij gevangenen bezocht. Langs die weg kwam zij in aanraking met Fourniret. Haar bijdrage aan de misdaden van haar man bestond uit het in de auto lokken van de meisjes, waarna ze haar man oppikte.
Die stond steevast ergens met een jerrycan langs de weg te wachten, en deed zich voor als gestrand automobilist.
Een van zijn slachtoffers was Elizabeth Bricket. Zij ging op woensdagmiddag 20 december 1989 weg bij haar vriendinnetje toen Fourniret in zijn auto al twee uur op haar zat te wachten, met zijn kind naast hem in de auto. Toen het 12-jarige meisje lopend naar huis ging, stopte hij naast haar en maakte haar wijs dat het kind ernstig ziek was en een dokter nodig had. Of ze kon instappen om de weg naar een arts te wijzen.
In plaats van naar een arts te rijden, reed Fourniret naar zijn huis in Floing, waar hij het meisje verkrachtte. Twee dagen later werd ze vermoord en begraven in de buurt van zijn kasteel.
Francis Bricket, de vader van Elisabeth, zei woensdag een uitvoerig proces tegen Fourniret niet nodig te vinden. „Het is zo logisch dat deze kerel nooit meer een voet buiten de cel mag zetten”.
In de zomer van 2003 wist een 13-jarig Belgisch meisje aan het paar te ontsnappen. Ze onthield het nummerbord van de auto en nog diezelfde dag kon de politie het echtpaar aanhouden.
Donderdag, op de eerste dag van het proces, staat de samenstelling van de jury en de aanmelding van de zogenaamde burgerlijke partijen (nabestaanden of slachtoffers) op het programma. Een van de vele vragen die slachtoffers en nabestaanden hebben is deze: waarom kon Fourniret na al drie keer te zijn veroordeeld wegens zedendelicten, toch weer toeslaan?
Vooral in het Belgische plaatsje Gedinn vraagt men zich dat af. Daar werkte Fourniret namelijk begin jaren ’90 een dag in de week als conciërge op de plaatselijke basisschool. Nietsvermoedend vertrouwden ouders in dit dorp hun kinderen aan de zorgen van de Fransman toe, terwijl die toen al diverse delicten op zijn geweten had. Tussen 1966 en 1983 was hij in Frankrijk namelijk drie keer wegens verkrachting en geweldpleging veroordeeld, maar desondanks kon hij zich daarna vrijelijk in België vestigen, zonder dat de Belgische autoriteiten wisten wat hij op zijn kerfstok had. De Franse justitie was toen nog niet verplicht informatie aan haar Belgische collega’s te melden. Daardoor kon het gebeuren dat Fourniret probleemloos een bewijs van goed gedrag van de gemeentepolitie in Gedinn kreeg, dat hij nodig had om op de school aan het werk te gaan.